Morbus Morbihan (faciaal lymfoedeem in het kader van
rosacea) is een zeldzame complicatie van
rosacea.
De ziekte van Morbihan werd voor het eerst beschreven in 1957 als een chronisch
persisterend erytheem en (non-pitting) oedeem van het bovenste gedeelte van
het gelaat, meestal periorbitaal, voorhoofd, glabella, neus en wangen. Patiënten
krijgen ontsierende veranderingen van de gelaatscontouren en soms zelfs ptosis.
Over het algemeen wordt de ziekte van Morbihan gezien als een late complicatie
van rosacea of acne, echter sommige auteurs spreken over een op zichzelf staande
entiteit. Aangezien er geen specifieke diagnostische criteria bestaan, wordt
de diagnose per exclusionem gesteld. Het klinisch beeld van morbus Morbihan
is het resultaat van een onbalans tussen lymfeproductie en drainage. Enerzijds
wordt gesuggereerd dat een chronische inflammatie leidt tot destructie van elastine
rondom de vaten waardoor transsudatie optreedt, anderzijds zou formatie van
perilymfatische epitheloïdcel granulomen rondom de lymfevaten beschadiging van
lymfevaten en lumen-obstructie veroorzaken. In één studie wordt gesuggereerd
dat het herhaaldelijk voorkomen van immunologische contacturticaria (ICU) in
het gelaat een rol kan spelen in het ontstaan van de ziekte van Morbihan.
|
|
rosacea
met lymfoedeem |
rosacea
met lymfoedeem |
PA:Chronisch inflammatoir infiltraat met elastose,
fibrose, verwijding van de lymfevaten en dermaal oedeem.11 Soms worden mestcellen
gezien.
DD:Rosacea,
dermatomyositis,
SLE,
Melkersson-Rosenthal syndroom (orofaciale
granulomatosis),
sarcoïdose, maligne RIP,
schildklierlijden,
angiooedeem, chronische
contactdermatitis. Zie voor de DD
ook onder
periorbitaal oedeem.
Diagnostiek:Op grond van de differentiële diagnose
kan aanvullend bloedonderzoek worden verricht (bloedbeeld, BSE, CRP, totaal
eiwit, albumine, lever- en nierfuncties, TSH, ANA, CK, ACE, lysozym, C3 en C4),
eventueel een MRI worden aangevraagd en plakproeven worden verricht.
Therapie:De behandeling is moeizaam. In casereports worden
verschillende behandelingen besproken met wisselend effect. Onder andere langdurige
behandeling met orale tetracyclines, eventueel i.c.m. prednison of isotretinoïne
gedurende 3-6 maanden, eventueel i.c.m. ketotifen 2 dd 1 mg. Ook intralesionale
of systemische corticosteroïden, en thalidomide worden beschreven. Het is belangrijk
de diagnose ziekte van Morbihan tijdig te stellen, omdat een vroege behandeling
waarschijnlijk betere resultaten oplevert.
R/ doxycycline 1 dd 100-200
mg.
R/ minocycline 1 dd 100 mg.
R/ doxycycline of minocycline + prednison
1 dd 10-20 mg.
R/ isotretinoïne 1 dd 10-20 mg.
R/ isotretinoïne 1 dd 10-20
mg + ketotifen 2 dd 1 mg.
R/ isotretinoïne 1 dd 40-80 mg.
R/ Kenacort
(triamcinolon injecties), of systemische corticosteroïden (prednison 20-60 mg/dag,
2-6 weken).
R/ thalidomide.
R/ Excisie, debulking, CO2-laser, blefaroplastiek.
Referenties
1. |
Van Ratingen AR, Middelkamp Hup MA, van der
Linden MMD. Moeilijke rosacea. Ned Tijdschr Dermatol Venereol 2016;26-293-295. |
2. |
Smith LA, et al. Successful long-term use
of oral isotretinoin for the management of morbihan disease. Arch
Dermatol 2012;148:1395-1398. |
3. |
Wohlrab J, et al. Persistent erythema and
edema of the midthird and upper aspect of the face (morbus morbihan):
Evidence of hidden immunologic contact urticaria and impaired lymphatic
drainage. J Am Acad Dermatol 2005;52:595-602. |
4. |
Ranu H, et al. Successful treatment of Morbihan’s
disease with oral prednisolone and doxycycline. Dermatol Ther 2010;23:682-685. |
5. |
Balakirski G, et al. Morbus Morbihan als
Sonderform der Rosazea, Einblick in die Pathogenese und neue Therapieoptionen.
Hautarzt 2013;64:884-886. |
Auteur(s):Mireille M.D. van der Linden, dermatoloog,
Amsterdam UMC