Een
Spitz naevus (
epithelioid and
spindle cell nevus) is een wat zeldzamere en bijzondere
variant van een melanocytaire naevus die bij kinderen of jong volwassenen voorkomt,
meestal in het gezicht of op de extremiteiten. Ze groeien snel, in enkele weken
tot maanden en blijven dan stabiel. Het zijn benigne laesies, maar ze zijn klinisch
en histologisch moeilijk te onderscheiden van een melanoom. Spitz naevi worden
dan ook vaak verwijderd voor PA - ook al komt een melanoom op jonge leeftijd
zelden voor. Histologisch is het ook moeilijk om de diagnose te stellen, soms
is het nodig om de coupes door te sturen aan het melanomenpanel. Histologisch
staat in de DD een melanoom en een
STUMP (Spitzoid
tumour of uncertain malignant potential).
![Spitz nevus (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Spitz nevus](../../../afbeeldingen/spitz-naevus-1z.jpg) |
![Spitz nevus (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Spitz nevus](../../../afbeeldingen/spitz-naevus-2z.jpg) |
![Spitz nevus (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Spitz nevus](../../../afbeeldingen/spitz-naevus-3z.jpg) |
Spitz naevus |
Spitz naevus |
Spitz naevus |
![Spitz nevus (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Spitz nevus](../../../afbeeldingen/spitz-naevus-4z.jpg) |
![Spitz nevus (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Spitz nevus](../../../afbeeldingen/spitz-naevus-5z.jpg) |
![Spitz nevus (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Spitz nevus](../../../afbeeldingen/spitz-naevus-6z.jpg) |
Spitz
naevus |
Spitz
naevus |
Spitz
naevus |
Klinisch beeld:De klassieke Spitz naevus is rood
of roodbruin, en bolrond. Maar er bestaan ook gepigmenteerde Spitz naevi varierend
van lichtbruin tot donkerbruin. Ze zitten meestal in het gezicht of op de extremiteiten.
Ze kunnen 1-2 cm groot worden. Het merendeel ontstaat bij kinderen of jong-volwassenen,
70% is jonger dan 20 jaar. Ze komen vaker voor bij huidtype I en II. Het is
niet bekend waardoor ze ontstaan. Ze kunnen ook weer in regressie gaan. Spitz
naevi zijn meestal solitair, maar er bestaat ook een zeldzame
agminata variant waarbij meerdere Spitz naevi
gegroepeerd zijn in één gebied of in een naevus spilus.
DD:
melanoom (zeldzaam op kinderleeftijd),
STUMP
(Spitzoid tumor of uncertain malignancy),
Reed's nevus,
dermale naevus nno,
juveniel xanthogranuloom,
dermatofibroom (histiocytoom),
haemangioom,
granuloma teleangiectaticum,
lymphadenosis cutis benigna.
PA: zie ook de
ingescande
PA-coupe van de
afdeling
pathologie van de University of Toronto.
Therapie:Bij klassieke presentatie (kinderleeftijd,
snel ontstaan, acra, rood of roodbruin en bolrond) is het geoorloofd om op klinische
gronden de diagnose Spitz naevus te stellen en geen excisie te verrichten. In
alle andere gevallen is het verstandiger om te excideren. Er is geen consensus
op dit gebied. Een enquete onder kinderdermatologen leverde op dat bij een niet
gepigmenteerde laesie 50% werd geëxcideerd en bij een gepigmenteerde laesie
70%.

Diagnostische
excisie met een marge van minimaal 2 mm. Het is belangrijk om dit goed af te
tekenen en desnoods iets ruimer te excideren als dit eenvoudig te doen is, om
zeker te weten dat de naevus in zijn geheel verwijderd is. Dit omdat bij de
PA-diagnose Spitz naevus geen advies tot re-excisie zal volgen. Is het een melanoom,
STUMP, of twijfelgeval dan gelden de regels van een melanoom (re-excisie met
een marge van 1 cm).
Prognose:De prognose van een
Spitz naevus op de kinderleeftijd is goed. Uit de follow-up gegevens blijkt
dat het benigne laesies zijn. Er zijn gevallen bekend van Spitz naevi die later
toch een melanoom bleken te zijn, maar dat bleken oudere kinderen te zijn (vanaf
puberleeftijd) en het aantal case reports is zeer laag.
Referenties
1. |
Gelbard SN, Tripp JM, Marghoob AA, Kopf AW,
Koenig KL, Kim JY, Bart RS. Management of Spitz nevi: a survey of
dermatologists in the United States. J Am Acad Dermatol 2002;47(2):224-230.
|
2. |
Tlougan BE, Orlow SJ, Schaffer JV. Spitz
nevi: beliefs, behaviors, and experiences of pediatric dermatologists.
JAMA Dermatol 2013;149(3):283-291. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.