Een
halo naevus (
naevus van Sutton)
is een naevus in regressie, met een opruimreactie er omheen. Het eigen immuunsysteem
is bezig om de naevus op te ruimen. Hierbij komen cytotoxische factoren vrij,
gericht tegen de melanocyten in de naevus, die echter ook de normale melanocyten
in de huid rond de naevus aantasten. Hierdoor ontstaat een witte gedepigmenteerde
of gehypopigmenteerde ring rond de naevus. Halo naevi komen vaak voor, bij circa
1% van de bevolking. Ze komen vaker voor bij patiënten met vitiligo en met het
syndroom van Turner. Het komt ook voor dat een naevus wordt omgeven door een
eczeemreactie (
naevus van Meyerson).
Kliniek:Een halo naevus wordt vooral gezien bij 15-20
jarigen, met een spreiding van 3-42 jaar. Ze komen voor over het hele lichaam,
met een voorkeur voor de romp. De naevus in het midden kan klein of groot, bruin,
roze, of huidkleurig zijn. De diameter van de rand varieert. Soms zijn er multipele
halo-naevi.
|
|
|
halo-naevus
(Sutton nevus) |
halo-naevus
(Sutton nevus) |
halo-naevus
(Sutton nevus) |
|
|
|
halo-naevus
(Sutton nevus) |
halo-naevus
(Sutton nevus) |
halo-naevus
(Sutton nevus) |
Etiologie:Het is niet duidelijk waarom een halo
naevus ontstaat. Ter plaatse van de naevus bevindt zich een lymfocytair infiltraat,
en de melanocyten in de omgevende ring zijn verdwenen, net als bij vitiligo.
Een theorie is dat de naevus dysplastische kenmerken is gaan vertonen, waarbij
oncogenen tot expressie zijn gekomen waartegen het immuunsysteem reageert. Een
andere theorie is dat er lokaal of elders in het lichaam door onduidelijke redenen,
net als bij vitiligo, cytotoxische T-cellen zijn ontstaan gericht tegen melanocyten.
|
ingescande coupe (zoom) |
Het halo-fenomeen kan ook voorkomen rond dysplastische naevi en melanomen, en
rond in-transit metastasen bij melanoompatiënten die antistoffen maken tegen
maligne melanocyten. Het proces wat gaande is rond een halo-naevus is interessant
voor onderzoekers die zich bezig houden met de immunologische behandeling van
het melanoom. Bij patiënten met melanoom kan
MAL voorkomen (
melanoma
associated leukoderma). Soms presenteert een patiënt zich met
MAL (DD van vitiligo) terwijl het melanoom nog niet ontdekt is.
Ondanks
deze theorieën is een halo-naevus toch een goedaardige moedervlek die niet overgaat
in een melanoom.
Diagnostiek:Beoordeel de naevus
op
atypische kenmerken. Vraag of naar
dysplastische naevi,
melanoma of
vitiligo in de voorgeschiedenis of in de
familie.
Gehele patiënt goed nakijken op atypische naevi of melanoma. Zonodig
verdachte laesies excideren of biopteren voor histologisch onderzoek.
Halo
naevi met een halo die niet helemaal symmetrisch is (overal even breed) of die
ontstaan op oudere leeftijd (> 50 jr) kritisch beoordelen op atypische kenmerken.
Er is geen reden om nadere diagnostiek te doen naar melanomen op niet zichtbare
plaatsen zoals in de meningen bij een halo naevus, ook niet bij multipele halo
naevi.
Therapie:Er is geen therapie nodig, de naevus
gaat meestal in regressie en verdwijnt in maanden tot jaren, de leukoderma kan
na maanden tot jaren weer bijkleuren. Voorlichting geven en geruststellen. Goede
sunscreen voorschrijven, de halo kan makkelijk verbranden omdat er totaal geen
melanocyten meer in zitten. Lokale immunosuppressiva (corticosteroïden, Protopic)
kunnen de halo-vorming remmen maar het is niet gebruikelijk om dat te doen en
zelfs onverstandig. Bij verdenking op atypie uiteraard altijd diagnostische
excisie, met 2 mm marge.
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.