Neutrophilic eccrine hidradenitis is een huidafwijking
die vooral gezien wordt bij patiënten met
hematologische maligniteiten
(AML, CLL, Hodgkin, non-Hodgkin, etc.) die behandeld worden met
cytostatica (cytarabine, bleomycine, daunorubicine, doxorubicine,
cyclofosfamide, chlorambucil, lomustide, mithoxanthron). Zie ook dermatosen
veroorzaakt door
cytostatica.
Het klinisch beeld is variabel, meestal gaat het om erythemateuze of livide
macula of plaques, solitair of multipel, op de romp of extremiteiten. Maar het
kan in principe overal zitten, inclusief gelaat en handen, dorsaal en palmair.
Naast plaques kunnen het ook papels, noduli, purpura en pustels zijn. De plekken
kunnen pijnlijk zijn en koorts kan een begeleidend symptoom zijn.
|
eccriene
hidradenitis |
Het treedt meestal op na de eerste chemokuur. Het trekt ook weer weg
maar komt bij de volgende gift weer op. Men denkt dat het een rechtstreeks toxisch
effect is van het chemotherapeuticum op de huid. Als alternatieve term wordt
ook
toxic erythema of chemotherapy gebruikt. Sommige
cytostatica worden actief uitgescheiden via de zweetklieren en in en rond eccriene
zweetklieren kan de concentratie zo hoog worden dat celnecrose optreedt. Soortgelijke
mechanismen spelen waarschijnlijk ook bij
acraal erytheem bij chemotherapie (ook
vooral bij cytarabine optredend). Een alternatieve hypothese is dat het een
paraneoplastisch fenomeen is (net als andere neutrofiele dermatosen die paraneoplastisch
kunnen zijn, zoals het
Sweet syndroom).
Diagnostiek:De diagnose neutrofiele eccriene hidradenitis
moet worden bevestigd door een biopt. In het biopt ziet men een neutrofiel ontstekingsinfiltraat
rond de eccriene zweetklieren, met necrose van de eccriene cellen en de epitheliale
bekleding van de zweetklieren.
Vergelijkbare afwijkingen, klinisch en
histologisch, zijn beschreven bij gezonde volwassenen en kinderen (idiopathische
palmoplantaire eccriene hidradenitis), bij diverse geneesmiddelen, en bij infecties.
Maar dit zijn zeldzame uitzonderingen waarbij het de vraag is of het om dezelfde
entiteit gaat. Om verwarring te voorkomen is het beter om de diagnose neutrofiele
eccriene hidradenitis alleen te stellen bij myeloproliferatieve aandoeningen
(vooral AML) behandeld met chemotherapie (vooral cytarabine) en histologisch
bevestigd (celnecrose in eccriene zweetklieren).
DD:
Toxicodermie nno,
Sweet syndroom,
cellulitis,
urticaria,
vasculitis, versleping van bacteriën (sepsis),
andere infecties, erythema nodosum, leukemia cutis,
erythema palmare,
acraal erytheem bij chemotherapie (palmoplantar
erythrodysesthesia syndroom),
erythema exsudativum multiforme,
erythema elevatum diutinum,
pyoderma gangrenosum,
neutrophilic dermatosis of
the dorsal hand,
graft versus
host disease.
Therapie:Expectatief, gaat vanzelf
weer over. Pijnstilling met NSAID's indien nodig. Lokale corticosteroïden kunnen
het beeld verlichten maar werken niet altijd omdat het meer een toxisch dan
een inflammatoir proces is.
Auteur(s):dr. Jan
R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.