Penicilline allergiePenicilline allergie komt frequent
voor (prevalentie 0.7-8%, maar de prevalentie van type I-reacties (urticaria,
angio-oedeem, bronchospasme, anafylaxie) ligt beduidend lager (0.01-0.3%). Indien
geen type I symptomen optraden maar alleen een maculo-papuleus exantheem gaat
het meestal om een type IV-immuunreactie. Maar ook andere mechanismen (type
III, type II, intolerantie e.a. niet-immunologische reacties zoals bij EBV-infectie)
kunnen optreden, en de waarde van allergologisch onderzoek (b.v. plakproeven)
bij dit soort exanthemen is dan ook onduidelijk. Indien de anamnese duidt op
een mogelijke type I reactie is nader onderzoek gewenst. Er is een IgE Rast
test beschikbaar om antistoffen tegen de penicilloyl-groep aan te tonen maar
die is niet zo sensitief als een huidtest. Een derde v.d. patiënten met penicilline
allergie is ook allergisch voor amoxicilline. Indien overgevoeligheid voor amoxicilline
of ampicilline wordt vermoed, moet de patiënt ook met deze middelen worden getest.
Alleen testen met pencilline is dan niet voldoende. Circa 10% heeft tevens kruisallergie
voor cefalosporinen. Cefalosporinen met een zijketen die niet overeenkomt met
penicilline, zoals cefazoline, cefuroxim en ceftriaxon geven geen kruisreacties.
PPL en MDMVoor huidtesten zijn test-oplossingen ontwikkeld
met penicilloyl poly-L-lysine (PPL, major determinant) en een minor determinant
mixture (MDM). Eerst wordt een priktest (SPT) verricht met onverdund PPL en
MDM (aflezen na 20 minuten), daarna een intracutane test (ICT) met concentraties
1:100, 1:10 en 1:1 (aflezen na 20 minuten).
TESTEN OP EEN
PENICILLINE ALLERGIEHet onderzoek-protocol bestaat uit zes
achtereenvolgende stappen waarbij steeds de gevoeligheid (en corresponderend
daarmee het risico op een anafylactische reactie) toeneemt. Zodra een stap een
positieve reactie oplevert, worden de verdere stappen overgeslagen. Bij elke
stap wordt verwezen naar de afzonderlijke protocollen.
Stap 1
Als eerste stap wordt een
IgE-RAST bloedonderzoek
op de penicilloyl hoofddeterminant gedaan.
De RAST correleert met de huidtest
voor PPL, maar is minder sensitief, bij 60-90% van de patiënten met een positieve
huidtest op PPL wordt een positieve IgE-RAST gevonden. Indien positief kan worden
geconcludeerd dat patiënt allergisch is voor penicilline en hoeft niet verder
getest. Indien negatief volgen epicutane en intracutane testen. De IgE-RAST
kan reeds na 10 tot 30 dagen fout-negatief worden en dient dan ook bij voorkeur
binnen 4 weken na de reactie afgenomen te worden. De IgE-RAST kan ook fout-positief
zijn.
IgE-RAST penicilline (penicilloyl groep) |
Uitslag: |
Datum: |
Stap 2Indien stap 1 negatief is, worden
plakproeven met
benzylpenicilline
100.000 E/ml,
amoxicilline 20 mg/ml en
cefalosporinen 20 mg/ml gedaan. De test wordt in tweevoud
gedaan (dubbel plakken). De ene set wordt afgelezen na 20 minuten, de andere
set na 48 en 72 uur.
Plakproeven binnen 6 weken na een maculopapuleuze rash
zijn vaak fout-negatief. Het risico op een systemische reactie als gevolg van
de plakproef indien het een type I allergie betreft wordt groter naarmate huidafwijking
korter geleden was. Bij het vermoeden op een zeer ernstige penicilline-allergie
is het gewenst de patiënt gedurende 1 uur te observeren.
Plakproefonderzoek beta-lactam antibiotica (zie
ook antibioticareeks): |
20 min |
48 hr |
72 hr |
Amoxiciline (Clamoxyl) 20 mg/ml |
|
|
|
Benzylpenicilline (Na.penicilline) 100.000 E/ml |
|
|
|
Benzathinebenzylpenicilline 100.000 E/ml |
|
|
|
Cefotaxim (Claforan) 20 mg/ml |
|
|
|
Cefuroxim (Zinacef) 20 mg/ml |
|
|
|
Stap 3Indien stap 2 negatief is (aflezen na 20
minuten), worden
percutane testen (priktest, door
een druppel heenprikken) gedaan met
PPL en
MDM. De afzonderlijke stoffen dienen > 5 cm van elkaar
verwijderd getest te worden. Aflezen na 20 minuten.
Percutaan onderzoek, met PPL en MDM |
20 min |
één druppel PPL-oplossing |
|
één druppel MDM-oplossing |
|
één druppel negatieve controle |
|
één druppel 1 mg/ml histamine (positieve controle) |
|
Soms zijn de PPL en MDM testoplossingen moeilijk verkrijgbaar; het alternatief
is om dan percutaan te testen met verdunde penicilline oplossingen (na-penicilline
1000 E/ml, amoxycilline 20 mg/ml).
Stap 4Indien
stap 3 negatief is, worden
intracutane testen gedaan
met
PPL en
MDM. In sommige
centra wordt bij deze stap gebruik gemaakt van een verdunningsreeks van PPL
en MDM (achtereenvolgens een concentratie van 1/100, 1/10 en onverdund). De
afzonderlijke stoffen dienen > 5 cm van elkaar verwijderd getest te worden:
Intracutaan onderzoek, met PPL en MDM |
20 min |
0.05 ml PPL-oplossing |
|
0.05 ml MDM-oplossing |
|
0.05 ml negatieve controle |
|
0.05 ml 0.01 mg/ml histamine base |
|
Soms zijn de PPL en MDM testoplossingen moeilijk verkrijgbaar; het alternatief
is om dan percutaan te testen met verdunde penicilline oplossingen (na-penicilline
1000 E/ml, amoxycilline 20 mg/ml).
Stap 5Indien
stap 4 negatief is, worden
intracutane testen gedaan
met
na-penicilline en
amoxycilline.
Deze testen worden afgelezen na 20 min. en na 48 en 72 uur. De afzonderlijke
stoffen dienen > 5 cm van elkaar getest te worden):
Vervolg
intracutaan onderzoek |
20 min |
48 uur |
72 uur |
0.05 ml na-penicilline (1000 E/ml) |
|
|
|
0.05 ml amoxycilline (Clamoxyl) (5 mg/ml) |
|
|
|
Stap 6Indien alle eerdere stappen (stappen 2 en
5 ook na 48 en 72 uur) negatief zijn en indien nodig:
orale
provocatie (
proefdosis) of subcutane provocatie met geleidelijk opklimmende doses van
de verdachte stof en onder nauwkeurige bewaking. Bij voorkeur tijdens een klinische
opname, bij geringe verdenking eventueel poliklinisch subcutane provocatie met
een versneld schema: geef onder monitoring 1 ml benzylpenicilline 1000 U/ml
subcutaan, na een half uur 1 ml 10.000 U/ml s.c., na een half uur 1 ml 100.000
U/ml s.c., daarna de therapeutische gift. Bij amoxicilline en ampicilline b.v.
5, 50, 100, 250, 500 mg in 1 ml s.c.
Indicaties voor onderzoek
naar penicilline allergie:
- |
retrospectief onderzoek op patiënten die mogelijk een
type I allergische reactie hebben doorgemaakt op penicilline en aanverwante
beta-lactam antibiotica en die in de toekomst geen of onvoldoende gebruik
kunnen maken van andere antibiotica. |
-
 |
retrospectief onderzoek op patiënten die een maculopapuleus
exantheem, mogelijk door een type IV allergie, hebben doorgemaakt, waarbij
bedacht moet worden dat de voorspellende waarde van en positieve reactie
onduidelijk is, vooral als de klachten meer dan 72 uur na het begin
van de behandeling zijn opgetreden. |
Contraindicaties voor onderzoek naar penicilline allergie:
- |
een bewezen allergie voor penicilline. |
-
 |
gelijktijdig gebruikte of onvoldoende tijdig gestopte
geneesmiddelen die kunnen interfereren met de test (zie de afzonderlijke
protocollen), of de reactie potentieel versterken (ACE-remmers en bètablokkers). |
- |
indien contra-indicaties bestaan voor het gebruik van
adrenaline. |
- |
een relatieve contra-indicatie bestaat bij hen die
mogelijk als gevolg van de penicilline een anafylactische reactie, orgaanaantasting,
een Stevens-Johnson syndroom of een blaarvormende huidafwijking hadden. |
- |
preventief testen is niet zinvol: door de test en door
toekomstige giften van het antibioticum kan de patiënt alsnog allergisch
worden. |
Risico's en complicatiesDe complicaties van de afzonderlijke
testmethoden gelden.
VoorzorgenDe test op een IgE-gemedieerde
penicilline-allergie is stapsgewijs opgebouwd om het risico op een ernstige
type I reactie zoveel mogelijk te vermijden. Naarmate de huidafwijking korter
geleden was bestaat er een hoger risico op een systemische reactie bij de intracutane
testen. Adequate medische zorg dient voorhanden te zijn in geval van een (juist
bij het onderzoek met penicillines potentieel optredende) anafylactische reactie.
NazorgIndien binnen 20 minuten na een test-onderdeel
geen systemische effecten zijn opgetreden kan de patiënt naar huis. De patiënt
dient direct contact met een arts op te nemen indien alsnog klachten als dyspneu,
licht gevoel in het hoofd of ernstige jeuk optreden.
Achtergrondinformatie
over PPL en MDMDoor covalente binding tussen de benzylpenicilloyl-groep
met het eiwit polylysine ontstaat de hoofddeterminant, benzylpenicilloylpolylysin
(PPL), terwijl de nevendeterminanten verkregen worden door het natriumzout van
benzylpenicilline samen met benzylpenicilloaat in waterige oplossing te brengen
(Minor Determinant Mixture, MDM). Bij metabolisatie van de beta-lactamring ontstaan
de belangrijkste antigenen: het grootste deel bestaat uit benzylpenicilloyl-polylysine
groepen (PPL, major determinants), de overige afbraakprodukten staan bekend
als minor determinants (MDM). Juist de minor determinants blijken vaak verantwoordelijk
te zijn voor ernstige allergische reacties (1). De in de testkit geleverde PPL
en MDM poeders worden met 1 ml van het bijgeleverde oplosmiddel verdund. De
PPL- en de MDM-oplossing zijn 24 uur houdbaar.
Een allergische reactie kan
ook veroorzaakt worden door de zijketens van de semi-synthetische penicillines
(ampicilline, amoxicilline, piperacilline).
Vanwege de potentiële kruisreaktiviteit
tussen penicillines en de andere beta-lactam antibiotica worden deze bij het
onderzoek betrokken.
Fout-positieve en fout-negatieve resultaten
Na een reactie op penicilline kunnen huidtests tijdelijk negatief uitvallen
(refractaire periode); daarom worden huidtests bij voorkeur 4-6 weken na het
verdwijnen van de huidreactie uitgevoerd. De negatief voorspellende waarde van
de intracutane test is hoog: tussen 97,5% en 99,4%. Omdat zowel de IgE-RAST
als (in mindere mate) de huidtest fout-negatieve en fout-positieve reacties
kunnen geven blijft de orale provocatie als gouden standaard gelden, ook al
is deze test niet 100% bewijzend voor een allergie.
PENICILLINE
DESENSIBILISATIE (DESENSITISATIE)Principe van desensibilisatie:
Bij penicilline desensibilisatie worden opklimmende doseringen penicilline verstrekt.
Dit kan oraal, subcutaan of d.m.v. een infuus. De risico's bij i.v. toediening
zijn wat groter, voordeel is wel dat het sneller kan en dat het comfortabeler
is voor de patiënt dan de subcutane injecties. Bij subcutane toediening kunnen
urticariële reacties rond de injectieplaatsen ontstaan. Begonnen wordt met een
hele lage dosering, elke 20 minuten wordt de dosering verhoogd onder bewaking
van het klinisch beeld. Hierdoor vindt geleidelijk specifiek IgE-gemedieerde
mestceldegranulatie plaats, waarna de mestcellen enige tijd refractair zijn.
Tevens bindt de gegeven penicilline zich aan IgE moleculen gericht tegen penicilline,
waardoor er tijdelijk geen vrije IgE moleculen meer overblijven. Na de behandeling
is men niet echt gedesensibiliseerd, integendeel. Er treedt alleen tijdelijk
geen reactie op (de term desensitisatie wordt ook gebruikt en is eigenlijk beter).
Penicilline desensibilisatie is gevaarlijk, ondanks alle voorzorgsmaatregelen.
Daarom alleen doen als er geen goede alternatieven zijn.
Hoe
groot is de kans op type I reacties bij een negatieve of positieve allergietest?
Indien de huidtesten negatief zijn dan is de kans op type I reacties klein (1.5%
van patiënten met een suspecte anamnese maar negatieve huidtest krijgt een IgE-gemedieerde
reactie). Voor absolute zekerheid kan men deze groep, als behandeling met penicilline
nodig is, eerst een subcutane proefdosis geven, onder monitoring. Een gebruikelijk
schema is 1 ml benzylpenicilline 1000 U/ml subcutaan, na een half uur 1 ml 10.000
U/ml s.c., na een half uur 1 ml 100.000 U/ml s.c., en vervolgens, als reacties
uitblijven, na een half uur beginnen met de therapeutische dosering. Als de
PPL en/of MDM of penicilline huidtests positief zijn, dan is de kans groot (50-70%)
dat type I allergische reacties op penicilline zullen optreden. Indien deze
patiënten toch behandeld moeten worden met penicilline, is (parenterale) desensibilisatie
mogelijk.
Indicatie voor desensibilisatie:Binnen
de dermatologie wordt penicilline desensibilisatie sinds 2011 vrijwel uitsluitend
nog toegepast bij
zwangere patiënten met lues of neurolues.
Tot aan 2011 werden ook alle HIV patiënten met lues of neurolues en een penicilline
allergie gedesensibiliseerd omdat er onvoldoende bewijs was dat alternatieve
antibiotica anders dan penicilline voldoende werkten. In 2011 is n.a.l.v. Amerikaanse
richtlijnen (CDC) het protocol veranderd: ook HIV patiënten kunnen met succes
met de alternatieve antibiotica (doxycycline, tetracycline en ceftriaxon) worden
behandeld, ook bij neurolues. De eerste keus is doxycycline in een hoge dosis
(400 mg per dag gedurende 4 weken). Bij zwangeren is doxycycline niet toegestaan.
De alternatieven voor de behandeling van lues (niet voor lues bij
zwangeren) bij penicilline allergie zijn:R/ doxycycline 2 dd 100
mg gedurende 14 (L1, L2) of 2 dd 200 mg gedurende 28 dagen (neurolues).
R/
tetracycline 4 dd 500 mg gedurende 14 (L1, L2) of 28 dagen (neurolues).
R/
erytromycine 4 dd 500 mg gedurende 14 (L1, L2) of 28 dagen (neurolues).
R/
ceftriaxon im of iv 1 dd 1-2 g gedurende 2 weken.
R/ azithromycine 2 g éénmalig,
na 1 week nogmaals 2 g (L1, L2); vanwege risico op resistentie in de hiv/msm
populatie niet 100% betrouwbaar, met name in de VS niet.
Een
eventuele andere indicatie voor penicilline desensibilisatie is:
- patiënten die ook allergisch zijn (bewezen type I allergie) voor alle alternatieve
antibiotica
- ontwikkeling van resistentie van de Spirocheten tegen doxycycline
Protocol penicilline desensibilisatie:Alvorens desensibilisatie
toe te passen moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan:
1. |
Het is bekend of er sprake is van neurolues (consult
neuroloog, lumbaalpunctie). |
2. |
Er is adequaat allergologisch onderzoek verricht. |
3. |
De lues serologie is bekend, recent herhaald
(VDRL of RPR-titer en TPHA-titer). |
4. |
De HIV status is bekend. |
5. |
Patiënt begrijpt dat hij/zij behandeld moet worden
met penicilline, begrijpt dat er risico's verbonden zijn aan het desensibiliseren
(shock, overlijden), en heeft
schriftelijke informatie ontvangen over de desensibilisatieprocedure
en een
informed consent formulier ondertekend. |
6. |
Er is geen enkel alternatief (doxycycline, tetracycline,
erytromycine, ceftriaxon) dat kan worden gegeven. |
Het moet
voor de penicilline desensibilisatie
bekend zijn of patiënt neurolues zou kunnen hebben (consult neuroloog, lumbaalpunctie),
omdat bij neurolues
direct aansluitend aan de desensibilisatie
14 dagen intraveneus moet worden behandeld met hoge doseringen, terwijl als
er geen neurolues is een enkelvoudige injectie met de therapeutische dosis aan
het eind van de dag volstaat.
Patiënten worden opgenomen. Ze moeten vroeg
komen, het desensibiliseren duurt de hele dag. De volgende ochtend mogen ze
weg indien er geen reacties zijn. Voor de opname moet alle voorlichting plaatsvinden
en ook de stockoplossingen moeten worden klaargemaakt. Controleer of alle vervolg
medicatie aanwezig is (benzathinepenicilline (moeilijk leverbaar soms), penicilline
G).
Bepalen voor het starten: Hb, Leuko's, Leuko diff, totaal eosinofielen,
totaal IgE en specifiek IgE tegen penicilline, priktesten en intracutane tests
met penicilline (PPL en MDM). Verder VDRL of RPR-titer, TPHA-titer, lumbaalpunctie
en HIV-test. Om allergische reacties en/of Jarisch-Herxheimer reacties te voorkomen
wordt vooraf prednison gegeven. Het doel van de behandeling is overigens niet
echte desensibilisatie (dat ontstaat ook niet), maar het kunnen toedienen van
penicilline bij penicilline allergie. De allergie blijft bestaan, en indien
later opnieuw penicilline nodig is zal opnieuw desensibilisatie moeten plaatsvinden.
De desensibilisatie duurt ongeveer 7 uur. Na het desensibilisatieschema wordt
direct de therapeutische dosis gegeven, of begonnen met continue I.V. therapie.
Deze mag niet langer dan 12 uur onderbroken worden, omdat anders opnieuw kans
bestaat op mestceldegranulatie. Bij benzathinepenicilline (depotpreparaat) is
het verstandig om patiënt bij ontslag 30 mg prednison en enkele tabletten antihistaminica
mee te geven en een recept voor 30 mg prednison per dag en 1-2 tab Xyzal 5 mg
per dag gedurende 1 week, zodat bij eventuele latere reacties zoals urticaria
of angio-oedeem of een type UV rash direct begonnen kan worden met therapie.
![Urticariele uitslag bij penicilline allergie (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Urticariele uitslag bij penicilline allergie](../../../afbeeldingen/penicillineprovocatie1z.jpg) |
reactie op
hoge concentratie |
Nacontrole:Bij onzekerheid over de diagnose penicilline
allergie na 6-8 weken op de allergiepoli voor eventueel testen / bloedonderzoek.
Na 3 maanden op de SOA poli voor lues serologie controle.
Beoordelen
of therapie werkt:Bij adequate behandeling van lues dient er een
minimaal viervoudige daling (b.v. van 1:16 naar 1:4) van de VDRL of RPR titer
op te treden, in het geval van syfilis stadium 1 en 2 binnen 6 tot 12 maanden,
en in het geval van latente syfilis stadia binnen 12 tot 24 maanden. Indien
de gewenste titerdaling uitblijft of de titer stijgt, en de RPR of VDRL titer
is > 1:4, dan kan er sprake zijn van onvoldoende werkzaamheid van de gegeven
antibiotica. Andere mogelijkheden zijn een her-infectie, of neurolues. Ook bij
HIV kunnen titers hoog blijven.
Instructie desensibilisatie:
1. |
Infuus NaCl waak aanleggen. |
2. |
Prednisolon-natriumsuccinaat (di-adreson-F aquosum,
DAF) 50 mg en Zyrtec (cetirizine) 10 mg of Xyzal (levocetirizine) 5
mg 30 minuten voor starten. |
3. |
Tavegyl (clemastine), adrenaline (epinefrine)
en infuuszakken NaCl 0.9% klaarleggen. Plasma expander als alternatief
beschikbaar houden. |
4. |
Dynamap pols en bloeddrukregistratie aansluiten. |
5. |
Doseringsreeks penicilline toedienen volgens
onderstaand schema. Elke 20 minuten de volgende injectie geven. De verdunningen
kunnen worden bereid door de apotheker of worden zelf kort van tevoren
gemaakt. Injecteer subcutaan in armen, buik, of benen (niet intracutaan,
volumina zijn te groot; volumes > 0.50 verdelen over 2 spuitjes). |
6. |
In de eerste 10 minuten na elke gift: controleer
injectieplaats en noteer 10 minuten na elke gift pols en tensie in de
status. Bij beperkte lokale allergische verschijnselen zoals roodheid,
oedeem, jeuk rond de insteekplaats doorgaan volgens schema. Bij systemische
verschijnselen zoals duizeligheid, tensiedalingen, gegeneraliseerde
urticaria of angio-oedeem, of heesheid/benauwdheid pauze inlassen en
daarna toch proberen door te gaan op zelfde stap. Bij ernstige anafylactische
reacties maatregelen nemen zoals genoemd onder
anafylactische shock (hetgeen
in dit geval neerkomt op het open zetten van het infuus, toedienen van
2 mg Tavegyl (clemastine) i.v., en zonodig (bij systole lager dan 80,
pols hoger dan 100, of weke pols) het toedienen van adrenaline (epinefrine,
0.5 mg subcutaan, zonodig na 10 minuten nogmaals 0.5-1 mg s.c.). |
7. |
Na de laatste subcutane injectie 30 minuten afwachten,
en daarna de therapeutische dosis penicilline geven. Eventueel voor
de eerste therapeutische gift nogmaals 10 mg Zyrtec of 5 mg Xyzal geven.
Vervolgens bij primaire lues 2.4 miljoen E benzathine-benzylpenicilline
i.m., verdeeld over 2 giften (1.2 miljoen E per bil), met een half uur
observatie tussen beide injecties; bij neurolues 6 dd 3-4 miljoen E
Penicilline G gedurende 10-14 dagen. |
8. |
De volgende 3 uur nog elk uur controleren (pols,
tensie, algemene toestand). |
9. |
De volgende ochtend: nogmaals 25 mg prednisolon-natriumsuccinaat
(di-adreson-F aquosum, DAF) i.v. (of 25 mg prednisolon oraal). Indien
zich geen complicaties voordoen kan patiënt daarna in de loop van de
dag naar huis. De meeste reacties ontstaan binnen de eerste 24 uur.
Neurolues patiënten blijven 10-14 dagen. |
parenteraal penicilline desensibilisatie schema
(subcutane injecties om de 20 minuten)
 |
stap |
benzylpenicilline (U/ml) |
hoeveelheid (ml) |
tijd gegeven: |
0 |
prednisolon-Na-succinaat 50 mg + Zyrtec 10
mg |
1 |
100 U/ml |
0.10 |
|
2 |
100 U/ml |
0.20 |
|
3 |
100 U/ml |
0.50 |
|
4 |
1000 U/ml |
0.10 |
|
5 |
1000 U/ml |
0.20 |
|
6 |
1000 U/ml |
0.50 |
|
7 |
10.000 U/ml |
0.10 |
|
8 |
10.000 U/ml |
0.20 |
|
9 |
10.000 U/ml |
0.50 |
|
10 |
100.000 U/ml |
0.10 |
|
11 |
100.000 U/ml |
0.20 |
|
12 |
100.000 U/ml |
0.50 |
|
13 |
500.000 U/ml |
0.20 |
|
14 |
500.000 U/ml |
0.40 |
|
15 |
500.000 U/ml |
2 x 0.50 |
|
|
Zyrtec 10 mg |
ja / nee |
|
|
wacht 30 min |
16 |
benzathinepenicilline 1.2 miljoen U i.m* |
|
wacht 30 min |
17 |
benzathinepenicilline 1.2 miljoen U i.m |
* Bij neurolues op dit moment starten met continue infusie van penicilline
G (18-24 milj. E / 24 uur)
Het maken van de stockoplossingen
1. |
Ga uit van 3 ampullen Natrium-penicilline G (benzylpenicilline)
van 1.000.000 IE per flacon. |
2. |
Voeg 2 ml water voor injectie toe per ampul.
(N.B: op de ampul staat 5 ml, maar dan wordt het volume te groot om
subcutaan in te spuiten. In 2 ml lost het ook op, immers er bestaat
ook een 10 miljoen eenheden flacon waaraan maar 11 ml hoeft te worden
toegevoegd). Dit wordt de stockoplossing van 500.000 IE / ml voor stap
13 t/m 15. |
3. |
Trek uit deze oplossing van 500.000 IE/ml 1 ml
op in een 10 ml spuit en voeg 4 ml water toe. Goed homogeniseren. Dit
wordt de stockoplossing van 100.000 IE / ml voor stap 10 t/m 12. |
4. |
Trek uit deze oplossing van 100.000 IE/ml
1 ml op in een 10 ml spuit en voeg 9 ml water toe. Goed homogeniseren.
Dit wordt de stockoplossing van 10.000 IE / ml voor stap 7 t/m 9. |
5. |
Trek uit deze oplossing van 10.000 IE/ml 1 ml
op in een 10 ml spuit en voeg 9 ml water toe. Goed homogeniseren. Dit
wordt de stockoplossing van 1.000 IE / ml voor stap 4 t/m 6. |
6. |
Trek uit deze oplossing van 1.000 IE/ml 1 ml
op in een 10 ml spuit en voeg 9 ml water toe. Goed homogeniseren. Dit
wordt de stockoplossing van 100 IE / ml voor stap 1 t/m 3. |
Voorzie de spuiten van etiketten en schrijf daar duidelijk op: 100 IE / ml stap
1 t.m. 3 (etcetera).
Referenties
1. |
De Groot H, Mulder WMC. Richtlijn penicilline
allergie. Ned Tijdschr Allergie 2003;5:219-223. |
2. |
Regele D, Ruëff F, Degitz K, Przybilla B.
Penicillin-Toleranzinduktion zur Therapie der Neurolues bei Penicillinallergie.
Hautarzt 199;50:194-197. |
3. |
Patterson R. Allergic diseases and management.
4th edition. |
4. |
Blanca M et al. Anaphylaxis to amoxycillin
but good tolerance for benzylpenicillin. Allergy 1988;43:508-810. |
5. |
Sullivan et al. Allergy Clin Immunol 1981;68:171-180. |
6. |
Sogn DD, Evans R, Sepherd GM, et al. Results
of the National Institute of Allergy and Infectious Diseases Collaborative
Clinical Trial to test the predictive value of skin testing with
major and minor penicillin derivatives in hospitalized adults. Arch
Intern Med 1992;152:1025-1032. |
7. |
Kang-Birken SL, Castel U, Prichard JG. Oral
doxycycline for treatment of neurosyphilis in two patients infected
with human immunodeficiency virus. Pharmacotherapy 2010;30:119e-122e. |
8. |
Syphilis treatment and care. CDC Centers
for Disease Controle and Prevention. (www.cdc.gov/std/syphilis/treatment)
(2016) |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.