PINTAhome ICD10: A66.9

Pinta (endemische syphilis) is een tropische infectieziekte die wordt veroorzaakt door de spirochaet Treponema pallidum pertenue. Pinta behoort tot de zogenaamde non-venerische of endemische treponematosen, die endemisch voorkomen in tropische en subtropische gebieden. Pinta komt voor in Zuid-Amerika. De aandoening is zeldzaam, in Nederland komt het niet voor. Pinta tast alleen de huid aan, niet de botten zoals bij Framboesia tropica. Het begint als rode macula op handen, voeten, benen, armen, hals of in het gezicht. Na enige maanden ontstaan er grijsblauwe laesies op dezelfde lokaties, en rond gewrichten, zoals de elleboog. Later kunnen gehypopigmenteerde gebieden ontstaan. De huid van handpalmen en voetzolen kan zich plaatselijk verdikken. De serologische reacties zijn niet te onderscheiden van die van syfilis.

Therapie:
R/ benzathinebenzylpenicilline 1 x 2.4 milj. E. i.m.


Verspreidingsgebied van Framboesia tropica

Non-venerische endemische treponematosen
Naast venerische syfilis bestaan er ook de zogenaamde non-venerische of endemische treponematosen, die endemisch voorkomen in tropische en subtropische gebieden. De orde Spirochaetales omvat Borrelia, Spirochaeta, Leptospira, Cristispira, en Treponema, waaronder T. pallidum (venerische syphilis en endemische syphilis), T. pertenue (yaws, framboesia tropica), en T. carateum (pinta). Het is helaas niet mogelijk om, met behulp van welke serologische testen dan ook, onderscheid te maken tussen venerische syfilis en de non-venerische (endemische) treponematosen. Met andere woorden, een positieve TPHA, VDRL en FTA-ABS test bij iemand afkomstig uit een tropisch of subtropisch land hoeft niet per se een gevolg te zijn van een venerische syfilis, maar kan samenhangen met een non-venerische treponematose. Dit moet steeds weer bedacht worden wanneer een patiënt uit tropen of subtropen wordt onderzocht. Het onderscheid tussen venerische sifilis en de non-venerische treponematosen is in de praktijk bij de individuele patiënt niet eenvoudig, soms zelfs onmogelijk. Zorgvuldige anamnese en uitvoerig klinisch onderzoek zullen soms aanwijzingen kunnen geven over de aard van de treponematose, maar de ervaring heeft geleerd dat ondanks diepgaand onderzoek in de meeste gevallen een definitieve uitspraak over de herkomst van de positieve serologie niet mogelijk is. In deze gevallen moet bij de uiteindelijke diagnosestelling helaas worden volstaan met de enigszins vage aanduiding 'treponematose zonder nadere specificatie'.

Marokko:venerische en endemische treponematosen
Turkije:venerische en endemische treponematosen
Indonesiëvenerische treponematosen en Framboesia
Ned Antillen:venerische treponematosen
Kaapverdische Eilanden:venerische treponematosen en Framboesia
Suriname:venerische treponematosen en Framboesia


Therapie:
Bij een serologisch patroon dat ook kan passen bij een latente onbehandelde syphilis wordt vaak toch een zekerheidsbehandeling gegeven. Dat zijn dan wel 3 injecties conform het schema voor lues latens:
R/ 3 keer 2.4 miljoen IE benzathinepenicilline i.m. (bil), verdeeld over beide nates. Op dag 1, dag 8 en dag 15.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nlW3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 A67.0 Pinta, primaire laesies
ICD10 A67.0 Primary lesions of pinta
SNOMED 4669001 Pinta, primary lesion
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen

ICD10 A67.1 Pinta, intermediate laesies
ICD10 A67.1 Intermediate lesions of pinta
SNOMED 68202005 Intermediate lesions of pinta
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen

ICD10 A67.2 Pinta, late laesies
ICD10 A67.2 Late lesions of pinta
SNOMED 73594001 Pinta, late lesion
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen

ICD10 A67.3 Pinta, gemengde laesies
ICD10 A67.3 Mixed lesions of pinta
SNOMED 240685007 Mixed cutaneous pinta lesion
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen

ICD10 A67.9 Pinta, niet gespecificeerd
ICD10 A67.9 Pinta, unspecified
SNOMED 22064009 Pinta
DBC 4 spacer Dermatosen door micro-organismen