PIGMENT MOSAÏCISME home ICD10: L81.8

Pigmentmosaïcisme is de overkoepelende term voor congenitale hyperpigmentatie of hypopigmentatie verlopend volgens de lijnen van Blaschko of één van de andere zeven patronen waarin mosaïcisme kan verlopen (zie tabel). De Blaschko lijnen geven de wegen aan waarlangs cellen zich gedeeld hebben tijdens de groei van de foetus, tot aan volwassenheid toe. Alle cellen die in een Blaschko lijn lopen zijn dus door deling ontstaan uit een enkele cel of goepje van cellen uit het vroeg embrionale stadium. Als er mosaïcisme optreedt, waarbij een afwijking, bijvoorbeeld een pigmentatie stoornis at random optreedt in een deel van deze embryonale cellen, dan verloopt de pigmentatie stoornis later volgens deze grillige lijnen. Er worden twee varianten van Blaschko lijnen onderscheiden: type 1a met dunne lijnen en type 1b met dikke lijnen. Een voorbeeld van hyperpigmentatie in een type 1a patroon is linear and whorled hypermelanosis. Een voorbeeld van hypopigmentatie in een type 1a patroon is de hypomelanosis van Ito.

1a. Blaschko patroon met dunne lijnen Linear and whorled nevoid hypermelanosis hypomelanosis van Ito
Blaschko patroon dunne lijnen linear whorled hypermelanosis hypomelanosis van Ito


Er worden veel verschillende namen gebruikt voor dezelfde beelden, bijvoorbeeld segmentale hyperpigmentatie, segmentale hypermelanose, lineaire hyperpigmentatie, gehyperpigmenteerde Blaschkoide naevus, naevus depigmentosus, hypomelanosis van Ito. Men kan er ook voor kiezen om al deze beelden te benoemen als pigmentmosaïcisme, hyperpigmentatie of hypopigmentatie, in een type 1a, 1b, 2, 3, 4, 5 of 6 patroon.


Verschillende mosaïcisme patronen
1a. Blaschko patroon met dunne lijnen
Type 1a:
Blaschko lijnen, smalle banden
Voorbeelden:
linear and whorled hypermelanosis
hypomelanosis van Ito
1b. Blaschko patroon met brede banden
Type 1b:
Blaschko lijnen, brede banden
Voorbeelden:
McCune Albright syndroom
2. Schaakbordpatroon
Type 2:
schaakbord patroon (checkerboard pattern, flag-like)
alternerende blokken van hyperpigmentatie
scherpe begrenzing in middellijn
Voorbeelden:
phakomatosis pigmentovascularis
3. Bladvormig patroon (phylloid pattern)
Type 3:
bladvormig, langwerpig patroon (phylloid pattern)
scherpe begrenzing in middellijn
Voorbeelden:
congenitale naevus naevocellularis
epidermale naevus
4. Random patroon
Type 4:
random patroon van kleine of grote vlekken
(patchy pattern)
gaat over de middelijn heen
Voorbeelden:
congenitale giant pigmented naevus
5. Unilateraal patroon
Type 5:
unilateraal patroon (lateralization pattern)
Voorbeelden:
CHILD syndroom
epidermale naevus
unilateraal naevoid teleangiectasia
6. Sjaal of sjerp patroon
Type 6:
sjaal of sjerp patroon (sash-like pattern)
Voorbeelden:
segmentale lentiginosis
Illustraties: Kromann AB et al. Orphanet J Rare Dis 2018;13(1):39. Open Access Article (Creative Commons 4.0).


Kromann et al. analyseerden vele publicaties over pigmentmosaïcisme en vonden hyperpigmentatie bij 43%, hypopigmentatie bij 50% en een combinatie van beiden bij 7%. Pigmentmosaïcisme kan geassocieerd zijn met andere afwijkingen en bijzondere congenitale syndromen. Extracutane manifestaties werden gevonden bij 56% (32% bij hyperpigmentatie, 73% bij hypopigmentatie, 83% bij de combinatie van hyper- en hypopigmentatie).


Mosaïcisme patronen
De verschillende mosaïcisme patronen worden niet alleen maar gezien bij hyper- of hypopigmentatie, maar ook bij epidermale naevi, vasculaire malformaties, en tal van andere dermatosen met een genetische component, zoals bijvoorbeeld een segmentale Darier. Zie de voorbeelden hieronder:

1a. Blaschko patroon met dunne lijnen Epidermale naevus Epidermale naevus
type 1a epidermale naevus epidermale naevus

1b. Blaschko patroon met brede banden Segmentele Darier Segmentale hyperpigmentatie
type 1b segmentale Darier segmentale hyperpigmentatie

2. Schaakbordpatroon Segmentale hyperpigmentatie Phakomatosis spilorosea
type 2 segmentale hyperpigmentatie phakomatosis spilorosea

3. Bladvormig patroon (phylloid pattern) Epidermale naevus Naevus naevocellularis pilosis et pigmentosus (congenitaal)
type 3 epidermale naevus congenitale naevus

4. Random patroon Congenitale melanocytaire naevus Giant pigmented naevus
type 4 giant pigmented naevus giant pigmented naevus

5. Unilateraal patroon Unilateral nevoid telangiectasia syndrome Epidermale naevus
type 5 UNTS epidermale naevus

6. Sjaal of sjerp patroon Vitiligo Naevus van Ito, Ito's nevus
type 6 vitiligo naevus van Ito


Referenties
1. Kromann AB, Ousager LB, Ali IKM, Aydemir N, Bygum A. Pigmentary mosaicism: a review of original literature and recommendations for future handling. Orphanet J Rare Dis 2018;13(1):39. PDF


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 L81.8 Overige gespecificeerde pigmentatiestoornissen
ICD10 L81.8 Other specified disorders of pigmentation
SNOMED 46690002 Disorder of skin pigmentation
DBC 16 Pigmentstoornissen