Na een doorgemaakte
diepe veneuze trombose (DVT) kan
stuwing in het been ontstaan met subjectieve en objectieve klachten, dit wordt
het
post-trombotisch syndroom (PTS) genoemd. In de
acute fase van het trombosebeen is de gehele vene gevuld met een trombus (stolsel).
Na verloop van maanden tot jaren vindt meestal (maar niet altijd) rekanalisatie
v.d. venen plaats. Het stolsel wordt gedeeltelijk opgeruimd en het bloed vindt
een nieuwe weg. Maar de kleppen zijn soms onherstelbaar beschadigd. Kleppen
zijn fragiel en sneuvelen in het proces van het opruimen van het stolsel door
leukocyten en macrofagen, danwel ze sluiten niet goed meer aan omdat de diameter
van het vat is toegenomen. Bij kapotte kleppen in het diepe veneuze systeem
en/of de grote superficiële venen (de vena saphena magna en in mindere mate
de vena saphena parva) kan
chronische veneuze insufficiëntie
(CVI) ontstaan, en uiteindelijk ook een ulcus cruris venosum.
Er is geen
universele consensus over de definitie van het post-trombotisch syndroom. Alle
definities bevatten echter chronische pijnklachten aan het been, en klachten
van een zwaar gevoel, pijn, krampen, tintelingen in het been zijn mogelijke
symptomen. Klinische verschijnselen zijn onder andere pretibiaal oedeem, erytheem,
induratie, hyperpigmentatie, nieuwe veneuze ectasiën, pijn tijdens kuit compressie
en (in ernstige gevallen) een veneus ulcus. Het PTS ontstaat in circa 20-50%
van de patiënten na een DVT. Compressietherapie kan het ontstaan van PTS voorkomen;
compressie vermindert het effect van veneuze hypertensie en verbetert de kuitspierpomp
functie, met als gevolg afname van oedeem en toename van weefsel microcirculatie.
Het advies is om in de acute fase na diepe veneuze trombose te
zwachtelen en vervolgens ter preventie van chronische veneuze
insufficiëntie een klasse III AD elastische kous aan te meten als de patiënt
deze aankrijgt en verdraagt, anders klasse II. Zwachtelen in de acute fase vermindert
pijnklachten in de acute fase maar voor de lange termijn heeft het geen invloed
op het ontstaan van CVI. Een lengte AD kous is voldoende, een AG kous veroorzaakt
meer klachten en is niet beter in het voorkomen van CVI. Als duur van de behandeling
wordt in de oudere richtlijnen meestal 2 jaar aangehouden, maar het is nooit
goed uitgezocht hoe lang de kousen gedragen moeten worden. Een recenter advies
is om het minimaal zes maanden vol te houden; daarna kan middels duplexonderzoek
worden vastgesteld of er rekanalisatie is. Zoja, dan kan de compressietherapie
worden gestopt. Bij onvoldoende rekanalisatie, of bij persisterende klachten
zoals oedeem kan de compressie worden verlengd. Sommige onderzoekers adviseren
om de klachten te scoren met de Villalta score (zie verder) en de compressie
te staken bij een Villaltascore ≤ 4 èn afwezigheid van reflux.
In de
Villaltaschaal wordt zowel gebruikgemaakt van een
patiëntscore als van een observerscore. De patiënt kan vijf symptomen (zie tabel)
scoren op een schaal van 0 (afwezig) tot 3 (ernstig). De observer scoort daarnaast
zes symptomen op diezelfde schaal. De diagnose PTS wordt gesteld bij een totaalscore
van ≥ 3 (bij twee opeenvolgende driemaandelijkse controles), of bij aanwezigheid
van een veneus ulcus. In andere studies wordt de volgende classificatie genoemd:
score 5-9 milde PTS; 10-14 matige PTS; ≥ 15 of veneus ulcus ernstige PTS.
Villaltaschaal (score 0-3 per item)
|
Subjectieve/patiëntcriteria: |
Pijn |
|
Zwaar gevoel |
|
Kramp |
|
Jeuk |
|
Tintelingen |
|
Objectieve/observercriteria: |
Pretibiaal oedeem |
|
Induratie |
|
Hyperpigmentatie |
|
Veneuze ectasieën |
|
Pijn bij kuitcompressie |
|
Roodheid |
|
Score: van 0 (afwezig) tot 3 (ernstig) |
Referenties
1. |
M. Boot-Bloemen M, van Ruth S. Compressietherapie
ter preventie van posttrombotisch syndroom na een diepe veneuze
trombose. Ned Tijdschr Dermatol Venereol 2016;26:63-68. |
2. |
Ginsberg JS, Hirsh J, Julian J, et al. Prevention
and treatment of postphlebitic syndrome: results of a 3-part study.
Arch Intern Med 2001;161:2105-2109. |
3. |
Brandjes DP, Büller HR, Heijboer H, et al.
Randomised trial of effect of compression stockings in patients
with symptomatic proximal-vein thrombosis. Lancet 1997;349:759-762. |
4. |
Prandoni P, Lensing AW, Prins MH, et al.
Below-knee elastic compression stockings to prevent the post-thrombotic
syndrome: a randomized, controlled trial. Ann Intern Med 2004;141:249-256. |
5. |
Aschwanden M, Jeanneret C, Koller MT, Thalhammer
C, Bucher HC, Jaeger KA. Effect of prolonged treatment with compression
stockings to prevent post-thrombotic sequelae: a randomized controlled
trial. J Vasc Surg 2008;47:1015-1021. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.