Met
pruritus psychogenica (psychogene jeuk) wordt
bedoeld
jeuk als gevolg van psychiatrische of psychosomatische aandoeningen
(bijv. depressie of wanen). Ook bij andere oorzaken van jeuk kunnen psychische
factoren een rol spelen bij de perceptie van de jeuk en de reactie er op, bijvoorbeeld
habitueel krabben. De diagnose psychogene jeuk wordt aannemelijk als andere
oorzaken kunnen worden uitgesloten, en als er sprake is van psychopathologie.
Jeuk kan ook ontstaan door een disbalans in neurotransmitters door gebruik van
opioïden, met name morfine. Zie ook onder
pruritus.
Jeuk kan het gevolg zijn van dermatologische, systemische en psychische
aandoeningen. Er is ook een neurofysiologische classificatie:
1.
pruritoceptieve jeuk (rechtstreeks gevolg van prikkels die
de vrije sensibele zenuwuiteinden stimuleren)
2.
neuropathische
jeuk (dysfunctie van de afferente zenuwvezels)
3.
neurogene jeuk (veroorzaakt door centraal aangrijpende mediatoren,
geen zenuwschade)
4.
psychogene jeuk (veroorzaakt
door een puur psychisch proces zonder aanwezigheid van huidafwijkingen of andere
ziekten)
Bij patiënten met chronische jeuk komen psychiatrische aandoeningen
veel voor. Psychogene jeuk komt vooral voor bij vrouwen tussen de 30 en 45 jaar.
De psychiatrische diagnosen waarbij pruritus psychogenica het meest voorkomt
zijn depressie, obsessief compulsieve stoornissen, psychosen (wanen, waaronder
parasietenwaan en
Morgellons disease), angststoornissen,
manie, en psychosomatische aandoeningen.
Therapie:
Voor een succesvolle behandeling van pruritus psychogenica moet de onderliggende
psychiatrische stoornis worden behandeld door een psychiater. Het is echter
soms niet eenvoudig om patiënten er van te overtuigen dat er een psychiatrische
stoornis speelt en dat inschakeling van een psychiater nodig is.
Meerdere
medicaties die de psychiater voorschrijft zoals antipsychotica en antidepressiva
hebben ook rechtstreeks een positief effect op de jeuk omdat ze centraal aangrijpen
op de neurotransmitter overdracht. Ook sommige anti-epileptica hebben dit effect.
Daarom worden deze middelen ook voorgeschreven bij andere vormen van pruritus
sine materia zoals neurogene jeuk en jeuk e.c.i. waarbij geen onderliggende
psychiatrische problematiek speelt.
Voorbeelden van systemische
anti-jeukmiddelen die aangrijpen op het centraal zenuwstelsel:R/
sederende antihistaminica zoals hydroxyzine.
R/ Naloxon (naltrexon) tab à
50 mg. Beginnen met een halve tab van 50 mg, na 1 uur andere helft, daarna 1
dd 50 mg indien goed verdragen, zonodig Primperan er bij geven.
R/ Sinequan (doxepine) 3 dd 10-25 mg. Zonodig verhogen tot 100-150 mg per dag.
R/ Neurontin (gabapentine) tab à 300 mg, start met 1 dd 300 mg, geleidelijk
opbouwen tot 3 dd 2 tab per dag (1800 mg), maximaal 3 dd 3 tab (2700 mg) per
dag. Bij uremische pruritus,
prurigo nodularis en multiple sclerose.
R/ amitriptyline tab à 25 of 50 mg, 25-150 mg per dag. Start met 1 dd 25 of
50 mg voor het slapen gaan. Bij onvoldoende effect verhogen tot 2-3 dd 25-50
mg.
R/ Lamictal (lamotrigine) 1 dd 100-200 mg. Dit is een anti-epilepticum,
met diverse mogelijke bijwerkingen.
R/ Topamax (topiramaat) starten met 1
dd 25-50 mg. Wekelijks verhogen tot 2 dd 100 mg. Maximaal 2 dd 200 mg. Anti-epilepticum.
R/ Seroxat (paroxetine) 1 dd 10-20 mg. Anti-depressivum.
R/ Zoloft (sertraline)
1 dd 75-100 mg. Anti-depressivum.
R/ Prozac (fluoxetine) 1 dd 10 mg. Anti-depressivum.
R/ Remeron (mirtazapine) 15-45 mg per dag.
Anti-depressivum.
R/ Zyban (amfebutamon) 1-2 dd 150 mg. Anti-depressivum.
R/ Anafranil (clomipramine) 1 dd 10-50 mg. Anti-depressivum.
R/ Emend (aprepitant)
1 dd 1 capsule à 80 of 125 mg. Antibraakmiddel.
R/ Zofran (ondansetron) 2
dd 8 mg. Antibraakmiddel.
R/ Orap (pimozide) 1 dd 1-2 mg. Dit is een antipsychoticum,
met diverse mogelijke bijwerkingen.
R/ Butorphanol intranasale spray 2 x
per 4-6 uur.
Dit is een anaestheticum en opium receptorantagonist dat in de diergeneeskunde
wordt gebruikt. In Nederland niet verkrijgbaar.
Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.