Pruritus senilis is gedefinieerd als
jeuk
op oudere leeftijd. De oorzaak is niet precies bekend. Er wordt
gedacht aan een samenspel van factoren, waaronder een droge huid door een relatief
te kort schieten van de talgklierproduktie op oudere leeftijd, of door dehydratie,
of door een tragere delingssnelheid van de keratinocyten op oudere leeftijd.
Daarbij komen exogene factoren zoals een te hoge omgevingstemperatuur of droge
lucht in huis of in instellingen, of lage luchtvochtigheid in de wintermaanden
(
pruritus hiemalis), of te vaak, te heet,
en met te veel zeep douchen. Uiteraard kan jeuk op oudere leeftijd ook door
talloze andere oorzaken worden veroorzaakt, waaronder uremie, geneesmiddelengebruik,
etcetera, maar dan wordt niet de diagnose pruritus senilis gesteld. De incidentie
van pruritus is in de huisartsenpraktijk 5.2 per 1000 patiënten per jaar, maar
neemt toe met de leeftijd (65-74 jr: 7.4, > 75 jr: 14.5).
Pruritus
wordt ingedeeld in
pruritus zonder huidafwijkingen
(pruritus sine materia),
pruritus t.g.v. (jeukende) huidafwijkingen
(pruritus cum materia), en
pruritus met secundaire huidafwijkingen
(krabeffecten). Bij langdurige jeuk ontstaat, waarschijnlijk door het krabben,
een chronisch beeld met jeukbulten (prurigo papels). Hiervoor wordt de term
prurigo gebruikt. Onder prurigo wordt verstaan een
huidafwijking gekenmerkt door de aanwezigheid van (sterk) jeukende papels, papulovesikels,
urticariële papels, of persisterende noduli en nodi; daarnaast zijn in wisselende
mate krabeffecten aanwezig: excoriaties, erosies, ulceraties, crustae, littekens,
en lichenificatie. Zie ook onder
pruritus en prurigo,
en
prurigo nodularis.
Klinisch
beeld:Diffuse jeuk over het gehele lichaam. Bij onderzoek zijn
een droge huid met vaak krabeffecten, de meest opvallende verschijnselen. Vaak
is de huid zichtbaar droog met een fijne pityriasiforme schilfering, vooral
in de flanken, lateraal op de bovenarmen, en op de onderbenen. Bij extreem droge
huid kan een craquelé aspect ontstaan (
eczema craquelatum).
Meestal ook secundaire huidafwijkingen, veroorzakt door het krabben (excoriaties,
crustae, lichenificatie, papels, noduli, hyper- en hypopigmentatie, en littekens).
Soms zijn er nauwelijks of geen afwijkingen zichtbaar (pruritus zonder huidafwijkingen).
|
|
|
eczema
craquelatum |
eczema
craquelatum |
pruritus
senilis |
DD:pruritus zonder huidafwijkingen:
zie de lijst van onderliggende aandoeningen (HUIDPASTA) onder
pruritus. Bij bejaarden vooral denken aan medicatie,
nierinsufficiëntie / uremie, postherpetische jeuk en neuralgie, neuralgiesyndromen,
leveraandoeningen, schildklierafwijkingen, en paraneoplastisch (hematologische
maligniteiten, solide tumoren). Maar meestal is het pruritus senilis / droge
huid zonder onderliggende aandoeningen.
pruritus t.g.v. huidafwijkingen:
zie de lijst van huidaaandoeningen die gepaard kunnen gaan met jeuk onder
pruritus. Bij bejaarden vooral denken aan xerosis
cutis, eczema craquelatum, eczeem n.n.o., orthoergisch eczeem, contactezeem,
atopisch eczeem, toxicodermie, urticaria, scabies, Grover, polymorfe lichteruptie,
lymfomen (mycosis fungoides, Sézary syndroom), chronische actinische dermatitis,
blaarziekten (bulleus pemfigoid, pemphigus vulgaris, epidermolysis bullosa acquisita,
bulleuze toxicodermie), infecties (H. simplex, H. zoster, tinea, candida), bindweefelaandoeningen
(dermatomyositis, Sjögren syndroom), lichen planus, psoriasis, PRP.
Diagnostiek:De diagnose wordt gesteld op anamnese en klinisch
beeld. Let vooral op medicatie en onderliggende ziekten, en temperatuur en luchtvochtigheid
in huis. Lab: algemeen hematologisch (Hb, trombo's, diff), evt ijzer en ferritine
bij anemie. BSE, CRP. Na, K, kreat, ureum, glucose, ALAT, ASAT, AF, GGT. TSH.
Onderzoek schilfers op scabiesmijt. Bij primaire huidaandoeningen indien nodig
een biopt.
Therapie:De therapie bestaat uit het
afleren van verkeerde was-gewoonten, het verbeteren van de luchtvochtigheid
in huis indien mogelijk, en het vet houden van de huid met
indifferente
middelen. Daarnaast kunnen worden voorgeschreven
lokale
corticosteroïden,
lokale antipruriginosa,
systemische antipruriginosa, en in chronische en/of
ernstige gevallen ook
systemische immunosuppressiva
zoals prednison of ciclosporine in een lage dosis. UVB therapie is ook effectief
tegen jeuk, maar op hoge leeftijd vaak moeilijk te regelen (frequent reizen,
lang staan in warme lichtkast).
Vet houden van de huid met
indifferente middelen:Voor dit doel zijn er bij drogist en
apotheek diverse commerciële produkten verkrijgbaar (vetcrèmes, vochtinbrengende
crèmes, body-lotions, badolie) met aantrekkelijke cosmetische eigenschappen.
Daarin kunnen echter soms averechts werkende substanties zijn verwerkt, zoals
grote hoeveelheden ureum, salicylzuur, steenkoolteer, of propyleenglycol. Op
recept kan men bijvoorbeeld verstrekken 20% vaseline in cetomacrogolcrème (vetcrème),
of witte vaseline gemengd met gelijke delen lanette crème of paraffine liquidum
(zeer vet). Aan badwater kan badzout (natriumbicarbonaat) worden toegevoegd
of een badolie. Bij
craquelé eczeem
op basis van een extreem droge huid kunnen tijdelijk graad I-II corticosteroïdzalven
worden gebruikt. Zie voor een totaaloverzicht over indifferente middelen van
crème naar vette zalf onder
producten voor
de droge huid. Let op: de zorgverzekeraars vergoeden steeds minder van dit
soort recepten.
R/ badolie. Zie onder
balneotherapie.
R/ Lanettecrème
FNA.
R/ Vaseline-cetomacrogolcreme FNA.
R/ Unguentum leniens FNA.
R/
Lanette vaseline aa of paraffine vaseline aa.
R/ Ureumzalf FNA (voor de zeer
droge huid).
Lokale corticosteroïden:R/
hydrocortison 1% zalf.
R/ triamcinolon 0.1% zalf.
R/ Locoid vetcrème of
oleogel.
R/ Betnelan of Diprosone zalf.
Zie verder onder
corticosteroïden.
Lokale anti-jeuk middelen:R/ Lidocaïne-levomentholgel
FNA.
R/ Capsaïcine crème 0.025% of 0.075% FNA.
R/ Calamine-schudsel FNA.
R/ polidocanol 3%, ureum 5% in vetcrème (vaseline 20%, cetomacrogolcrème ad
100 g), tube à 100 g (Fagron 102025).
Zie verder onder
lokale antipruriginosa.
Systemische anti-jeuk middelen:R/ Naloxon (naltrexon)
tab à 50 mg. Beginnen met een halve tab van 50 mg, na 1 uur andere helft, daarna
1 dd 50 mg indien goed verdragen, zonodig Primperan er bij geven.
R/ Sinequan
(doxepine) 3 dd 10-25 mg. Zonodig verhogen tot 100-150 mg per dag.
R/ Neurontin
(gabapentine) tab à 300 mg, start met 1 dd 300 mg, geleidelijk opbouwen tot
3 dd 2 tab per dag (1800 mg), maximaal 3 dd 3 tab (2700 mg) per dag. Bij uremische
pruritus, prurigo nodularis en multiple sclerose.
R/ amitriptyline tab à
25 of 50 mg, 25-150 mg per dag. Start met 1 dd 25 of 50 mg voor het slapen gaan.
Bij onvoldoende effect verhogen tot 2-3 dd 25-50 mg.
R/ Emend (aprepitant)
1 dd 1 capsule à 80 of 125 mg. Antibraakmiddel.
R/ Zofran (ondansetron) 2
dd 8 mg. Antibraakmiddel.
Zie verder onder
systemische antipruriginosa.
Orale antihistaminica:R/ Aerius (desloratadine)
1 dd 1 tab à 5 mg.
R/ Xyzal (levocetirizine) 1 dd 1 tab à 5 mg.
R/ Telfast
(fexofenadine) 1 dd 1 tab à 120/180 mg.
Bij jeuk, vooral bij nachtelijke
jeuk die de nachtrust verstoort helpen sederende anthistaminina zoals hydroxyzine
beter. Zie verder onder
antihistaminica.
R/ hydroxyzine 1 dd 25 mg voor het slapen gaan, indien nodig 3-4 dd 25 mg (maximale
dagdosis 100 mg/dag).
Systemische immunosuppressiva:
R/ prednisolon 1 dd 10-25 mg.
R/ dexamethason 1 dd 1.5-4 mg.
R/ ciclosporine 2 dd 50-100 mg.
Referenties
1. |
Yosipovitch G, Bernhard JD. Chronic pruritus.
N Engl J Med 2013;368:1625-1634. Aanbevolen literatuur cursorisch
onderwijs (PDF).
|
2. |
Berger TG, Shive M, Harper GM. Pruritus in
the Older Patiënt - A Clinical Review. JAMA 2013;310(22):2443-2450.
Aanbevolen literatuur cursorisch onderwijs (PDF). |
3. |
Staubach P, Metz M. Magistral formulations
and pruritus therapy - What is established, what is confirmed, what
is new? J Dtsch Dermatol Ges 2013;11(11):1049-1055. Aanbevolen literatuur
cursorisch onderwijs (PDF). |
4. |
Okkes IM, Oskam SK, Lamberts H. Van klacht
naar diagnose. Episodegegevens uit de huisartspraktijk. Bussum:
Coutinho, 1998 |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.