Bij
allergische rhinitis is er een ontstoken neusslijmvlies
(jeuk, pijn, niezen, neusloop (helder, later vaak gekleurd), verstopping) t.g.v.
een IgE reactie op inhalatieallergenen, meestal pollen (zie onder
hooikoorts). De kans op een allergische
rhinitis is groter in het voorjaar en zomer (zie
pollenkalender). Komt vaak voor, bij
ca 15-25% van de bevolking, zelden onder de 5 jaar. Vaak in combinatie met allergische
astma en/of bronchiale hyperreactiviteit.
Therapie:
MedicamenteusR/ Livocab (levocabastine) neusspray,
2 dd 2 x sprayen in elke neusgat, zo nodig 3-4 dd. De behandeling voortzetten
totdat de klachten geheel zijn verdwenen. Levocabastine is geschikt voor de
behandeling van acute klachten. Men gebruikt het middel totdat de klachten zo
goed als verdwenen zijn. Daarna kan men eventueel overstappen op een profylactisch
middel, bijvoorbeeld cromoglicinezuur.
R/ cromoglicinezuur neusspray 20 mg/ml;
30 ml
R/ Otrivin (xylometazoline) neusdruppels (0.05%, voor kinderen, en
0,1%, voor volwassenen); 10 ml.
R/ Budesonide neusspray 50 of 100 microg/dosis;
200 doses, 1 dd 2 keer sprayen per neusgat.
R/ Otrivin Allergie neusspray
(azelastinehydrochloride1 mg/ml; 10 ml). Bevat 0.14 mg azelastinehydrochloride/verstuiving,
2 dd.
R/ antihistaminica systemisch (b.v. Aerius).
R/ corticosteroïden
systemisch.
HyposensibilisatieBehandeling
d.m.v. een reeks onderhuidse injecties met allergeen-extract waardoor de overgevoeligheid
voor stuifmeelkorrels in de loop van enkele jaren vermindert. Bij de behandeling
wordt, door het inspuiten van kleine hoeveelheden allergeen, het afweersysteem
van het lichaam geactiveerd. Er worden antistoffen aangemaakt, waardoor men
gedurende de periode van stuifmeelvorming minder of geen klachten meer heeft.
Adviezen:Gedurende de periode van stuifmeelvorming
moet het contact met de stuifmeelkorrels zoveel mogelijk worden vermeden. Let
op de weerberichten en pollen berichten (
www.pollennieuws.nl,
www.hooikoortsradar.nl).
Op droge, zonnige en winderige dagen blijft men het best zoveel mogelijk binnenshuis
en houdt men de deuren en de vensters dicht (ook tijdens de nacht). Grassen
en takken van bomen en struiken waarvoor men overgevoelig is, mogen zeker niet
in huis worden genomen. Een wandeling in de "vrije natuur" is zeker af te raden.
Men reist bij voorkeur op regenachtige dagen ofwel kiest men een vlieg- of bootreis.
Bij het rijden met de wagen moeten de vensters en het dak gesloten blijven.
Installeer eventueel een pollenfilter. Bij het kiezen van een vakantie laat
men zijn/haar keuze het best vallen op plaatsen waar weinig stuifmeel voorkomt
(aan de kust, het strand, de zee, grote meren of in het gebergte). Men kan ook
een plaats kiezen waar op het moment van verblijf geen bloeiperiode is, ofwel
een andere periode in het jaar kiezen (b.v. winter) om vakantie te nemen. Bij
de keuze van een beroep of van een hobby dient men rekening te houden met een
eventuele overgevoeligheid voor bepaalde stoffen en kist men niet voor die vakken
waar frequent contact met stuifmeel mogelijk is.
Tijdens de periode van
stuifmeelvorming moeten enkele leefregels goed worden gevolgd:
- Een regelmatig
leven leiden met gezonde voeding en goed slapen (=goede weerstand).
- De
ramen worden alleen geopend bij regenweer en aan de zijde van het huis die van
de wind af is.
- Het contact met niet specifieke prikkels (temperatuurwisselingen,
afkoeling, tocht, chemicaliën zoals chloor en ammoniak, parfums, tabaksrook,
enz.) moet zoveel mogelijk worden vermeden.
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.