Rode hond (
rubella, 3e ziekte,
Engels: German measles) is een virus infectie die vooral voorkomt bij kinderen.
De ziekte komt in Nederland nauwelijks nog voor omdat er sinds 1974 gevaccineerd
wordt tegen rode hond. Af en toe is er een epidemie in Nederland, onder personen
die zich vanwege principiële of religieuze redenen niet willen laten inenten.
Bij kinderen verloopt de infectie meestal mild, maar bij ongeboren kinderen
kan de ziekte leiden tot ernstige afwijkingen. Zwangerschappen kunnen eindigen
in een miskraam of er kunnen misvormde kinderen worden geboren als een niet
ingeënte moeder tijdens de zwangerschap rode hond krijgt.
Het
rubellavirus komt alleen bij de mens voor en is erg besmettelijk.
Iemand kan besmet raken door hoesten of niezen, maar het virus kan zich ook
verspreiden over grotere afstanden. Wie het virus met zich meedraagt, steekt
gemiddeld zeven tot acht andere mensen aan. Bovendien duurt de besmettelijke
periode vrij lang: vanaf 10 dagen voordat de huiduitslag begint tot ongeveer
1 week daarna. De eerste verschijnselen van besmetting zijn huiduitslag en koorts,
gemiddeld begint dat 14 tot 16 dagen na het moment van besmetting.
![Rode hond (rubella, German measles) (klik op foto voor vergroting) [bron: CDC - Public Domain Image] Rode hond (rubella, German measles)](../../../afbeeldingen/rubella-1z.jpg) |
![Rode hond (rubella, German measles) (klik op foto voor vergroting) [bron: CDC - Public Domain Image] Rode hond (rubella, German measles)](../../../afbeeldingen/rubella-2z.jpg) |
rode
hond (rubella) |
rode
hond (rubella) |
Foto's:
CDC Atlanta (Public Domain Images)
Klinisch beeld:Bij de helft van de zieken is niks
te zien van de besmetting, de andere helft krijgt meestal huiduitslag. Die begint
in het gezicht en breidt zich snel uit. Eerst naar het bovenlijf, binnen een
dag of twee ook naar de armen en benen. De rozerode uitslag bestaat eerst uit
kleine maculae. Later kunnen die, vooral in het gezicht, samenvloeien. Oudere
kinderen en volwassenen krijgen vaak enkele dagen vóór de huiduitslag last van
hangerigheid, verhoging en opgezette lymfeklieren achter het oor en in de nek.
Oudere meisjes en vrouwen kunnen ook gewrichtsklachten krijgen.
Incubatietijd:
14-21 dagen
Duur exantheem: 1-3 dagen
- gedurende 1-2 dagen: lichte koorts,
algemene malaise of geen symptomen
- licht erythemateus
- begint in
het gelaat, daarna centrifugale gegeneraliseerde uitbreiding
- lenticulair
maculeus (papuleus), discreet, met minimale confluering op de romp
Complicaties:Rodehond geeft bijna nooit complicaties. In
zeldzame gevallen ontstaat er een trombocytopenie of encefalitis. Wat vaker
voorkomt, is gewrichtspijn of soms een gewrichtsontsteking in vingers, polsen
of knieën. Deze klachten verdwijnen meestal spontaan binnen een maand, maar
kunnen soms ook langer duren. Sterfte komt nauwelijks voor. Rodehond is vooral
gevreesd omdat het zo gevaarlijk is voor ongeboren kinderen. Als een vrouw tijdens
de eerste drie maanden van de zwangerschap besmet raakt met het rubellavirus,
is er grote kans op een aangeboren aandoening bij het kindje. Dat kunnen hart-
en oogafwijkingen zijn, slechthorendheid en doofheid, een groeiachterstand,
een tekort aan bloedplaatjes, lever- of miltvergroting, aandoeningen van het
centrale zenuwstelsel, botafwijkingen of afwijkingen aan de urinewegen. Deze
aandoeningen zijn bekend onder de naam congenitaal (aangeboren) rubellasyndroom
(CRS). Hoe vroeger in de zwangerschap de aanstaande moeder besmet raakt, hoe
ernstiger meestal de orgaanbeschadigingen. De infectie kan ook leiden tot een
miskraam. Ook bij een besmetting later in de zwangerschap kan het ongeboren
kind afwijkingen krijgen. Meestal gaat het dan om een ontwikkelingsachterstand
en afwijkingen in het afweersysteem.
DD: Zie onder de
maculopapuleuze kinderziekten)
Therapie:Tegen rodehond bestaat geen behandeling. Het
gaat vanzelf weer over. Wie rode hond heeft gehad, is daarna levenslang beschermd
tegen de ziekte. Soms kan iemand wel opnieuw besmet raken, maar er ontstaan
dan geen infectieverschijnselen. Ook de twee vaccinaties van het Rijksvaccinatieprogramma
geven naar verwachting levenslange bescherming.
Vaccinatie:
Iedereen in Nederland die deelneemt aan het Rijksvaccinatieprogramma wordt gevaccineerd
tegen rode hond. Het vaccin is onderdeel van de BMR-vaccinatie (bof, mazelen
en rodehond). Kinderen krijgen deze prik, tegelijk met de vaccinatie tegen meningokokken
C, als ze 14 maanden zijn. In het jaar dat ze 9 worden, volgt de tweede BMR-vaccinatie.
Die krijgen ze tegelijk met de DTP-inenting (tegen difterie, tetanus en polio).
De tweede BMR-vaccinatie bij 9 jaar is nodig, omdat de eerste bij ongeveer 5%
van de kinderen niet aanslaat. Kinderen die tegen rode hond zijn gevaccineerd,
kunnen anderen niet besmetten. Het rodehondvaccin in het Rijksvaccinatieprogramma
is een levend vaccin. Er wordt een sterk verzwakt rubellavirus gebruikt, dat
iemand niet ziek maakt, maar wel voor afweer tegen rode hond zorgt.
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.