Ureaplasma species (Ureaplasma urealyticum en Ureaplasma parvum) en Mycoplasma hominis behoren tot de groep genitale mycoplasma organismen, en kunnen een urethritis veroorzaken die sexueel overdraagbaar is. De mycoplasma soorten zijn niet heel pathogeen maar kunnen wel opportunistische infecties veroorzaken bij patiënten die daar gevoelig voor zijn. Niet alleen urethritis (vooral door Ureaplasma), maar ook pyelonephritis, cystitis, pelvic inflammatory disease (Mycoplasma hominis), nierstenen, endometritis, chorioamnionitis, infectieuze artritis, chirurgische en niet-chirurgische wondinfecties, vroeggeboorte (Ureaplasma), bacteriëmie, pneumonie en meningitis. Dit wordt niet altijd herkend, ook omdat Mycoplasma en Ureaplasma moeillijk te kweken of te testen zijn. Ureaplasma urealyticum en Ureaplasma parvum kunnen met PCR testen worden aangetoond.

DD:
Zie onder urethritis.

Therapie:
R/ macroliden, fluoroquinolones of tetracyclines. Resistentie komt voor.

Er is twijfel of het wel om echte pathogene micro-organismen gaat en of behandeling wel nodig is. In de loop van 2024 is ook voor Chlamydia het beleid aangepast op grond van onderzoek waaruit blijkt dat het weinig klachten en complicaties veroorzaakt. In de nieuwe protocollen is of wordt opgenomen dat behandeling niet nodig is als er geen klachten zijn, omdat het vaak van zelf weer overgaat. Deze nieuwe visie geldt ook, zelfs nog meer, voor de Ureoplasma soorten. Alleen behandeling overwegen bij klachten, en het is de vraag of behandeling wel nodig is.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.