Indeling van huidafwijkingen bij schildklierziekten: |
1. |
Specifieke afwijkingen
v.d. schildklier: |
|
cyste ductus thyreoglossus
(thyreoglossal duct cyst) |
|
cutane metastasen van schildkliercarcinoom
|
|
|
|
|
2. |
Niet-specifieke afwijkingen,
t.g.v. schildklierdysfunctie: |
|
A. |
Bij hyperthyreoïdie in het
algemeen: |
|
|
1. |
alopecia |
|
|
2. |
Plummer's nails |
|
|
3. |
veranderde 'textuur' v.d. huid |
|
|
4. |
hyperpigmentatie |
|
B. |
Bij Graves' disease: |
|
|
1. |
ophthalmopathie |
|
|
2. |
dermopathie (pretibiaal myxoedeem) |
|
|
3. |
thyroid acropachy |
|
C. |
Bij hypothyreoïdie: |
|
|
1. |
congenitaal hypothyreoïdie syndroom |
|
|
2. |
gegeneralizeerd myxoedeem |
|
|
|
a. veranderde textuur v.d. huid b. xerosis; keratoderma
c. carotenemia d. brittle nails |
|
|
3. |
diversen (o.a. laterale wenkbrauwuitval) |
|
|
|
|
3. |
Met schildklierziekten
geassocieerde overige dermatosen: |
|
A. |
Waarschijnlijk immuun-gemedieerd: |
|
|
1. |
alopecia areata |
|
|
2. |
anemie |
|
|
3. |
bulleuze dermatosen (pemphigus, parapemphigus, herpes
gestationis, dermatitis herpetiformis) |
|
|
4. |
connective tissue disease (dermatomyositis, lupus erythematosus,
sclerodermie) |
|
|
5. |
endocrinopathieën (multiple endocrine neoplasia, acanthosis
nigricans) |
|
|
6. |
pustulosis palmoplantaris |
|
|
7. |
Sweet's syndroom |
|
|
8. |
urticaria/angio-oedeem |
|
|
9. |
vitiligo |
|
B. |
Diversen |
|
C. |
Complicaties / bijwerkingen
van geneesmiddelen voor schildklierafwijkingen |
|
CYSTE DUCTUS THYREOGLOSSUS Een mobiele niet-pijnlijke
zwelling of cyste mediaan of paramediaan in de hals, die soms meebeweegt bij
uitsteken van de tong. Wordt vaak voor het 10e jaar ontdekt. Aanvullende diagnostiek:
echografie, evt CT-scan, punctie en cytologisch onderzoek als aan een maligniteit
wordt gedacht (zelden, meestal papillair adenocarcinoom). DD: lobus pyramidalis
v.d. schildklier, cystic hygroma, desmoïd tumor, lymfklieren, lipoom, laryngocele,
pharyngocele.
CUTANE METASTASEN UITGAANDE VAN DE SCHILDKLIER
Solitaire of multipele noduli, doorgaans is de diagnose schildkliercarcinoom
reeds jaren eerder gesteld. Metastasen kunnen hyperthyreoïdie veroorzaken. Typen:
papillair carcinoom (vooral kinderen), folliculair carcinoom, Hürthle cell tumor,
medullair carcinoom. Bij Cowden's disease (zie daar) bestaat een verhoogd risico
op schildklieradenoom en adenocarcinoom.
CUTANE MANIFESTATIES
VAN HYPERTHYREOIDIE - warme, vochtige zachte huid
- erythema
faciale of palmare
- gegeneraliseerde hyperhidrosis
- dunne, maar niet
atrofische epidermis
- zacht, dun haar behaarde hoofd
- diffuse niet-cicatriciële
alopecia
- nagelafwijkingen (5%)
- Plummer's nail (concave nagel met distale
onycholysis). Niet specifiek, komt ook voor bij hypothyreodie, psoriasis, traumatisch,
contactallergisch eczeem.
- gelocaliseerde of gedisseminieerde hyperpigmentatie,
soms in identiek patroon als bij m. Addison (handlijnen, voetzolen, gingiva,
mondslijmvlies). Waarschijnlijk door reactief verhoogd ADH.
- pruritus (misschien
rechtstreeks, misschien t.g.v. urticaria, of hypothyreoïdie)
NB: overige symptomen van hyperthyreoïdie: hypertensie (vooral
systolisch), tachycardie, soms polsdeficit door boezemfibrilleren, warmte intolerantie,
gejaagdheid, hartkloppingen, nervositeit, vermagering ondanks goede eetlust,
fijne tremor, hyperreflexie, menstruatiestoornis (amenorrhoe), diarrhee, exophthalmus,
syndroom van von Grafe, soms multinodulair of diffuus vergrote schildklier,
verlaagd cholesterol, soms verhoogd calcium.
GRAVES DISEASE (Ziekte
van Graves, Parry, Basedow)Hyperthyreoïdie met oogverschijnselen,
symptoom van von Gräfe (achterblijven ooglid bij naar beneden kijken), Merseburger
trias (exophthalmus, tachycardie, struma). Naast bovengenoemde symptomen kan
bij Graves disease pretibiaal myxoedeem (0.5-4%), en acropachy (0.1-1%) voorkomen.
Pretibiaal myxoedeem (stapeling van hyaluronzuur in de dermis en subcutis) wordt
niet alleen bij de ziekte van Graves gezien, maar ook bij Hashimoto's thyreoïditis,
en zowel bij hypo-, eu- als hyperthyreoïdie. Naast pretibiaal ook op onderarmen,
schouders, dijen. Vrij vast aanvoelende, geïndureerde plaques of noduli, soms
verruceus, zelden met hyperhydrosis en hypertrichosis. Therapie: corticosteroïden
locaal. Acropachy is een trias bestaande uit clubbed fingers (vingers en tenen),
periosteale botproliferatie (X-handen maken), en zwellingen v.d. weke delen
over de aangedane botten aan handen en voeten. Bij Graves disease, na thyreothoxicose,
bij Hashimoto's thyreoïditis, Hürtle cell adenoma, en als prodromaal verschijnsel
van hyperthyreoïdie.
CUTANE MANIFESTATIES VAN HYPOTHYREOIDIE
- Koude (vasoconstrictie t.g.v. hypothermie), droge, bleke huid, vooral op de
strekzijden extremiteiten.
- xerosis (verminderde sterol synthese epidermis
?), acquired keratoderma (handpalmen)
- hypohidrosis en verminderde werking
talgklieren
- bleke teint t.g.v. mucopolysaccharide deposities, soms gele
teint t.g.v carotenemia (handen, voetzolen, nasolabiale plooien)
- droog,
grof en broos hoofd- en lichaamshaar, diffuse partiële alopecia, laterale wenkbrauw
uitval, vertraagde haargroei, verhoogd percentage telogene haren
- verdikte,
kwetsbare, langzaam groeiende nagels
- gegeneraliseerd myxoedeem (non-pitting)
t.g.v. ophoping zure mucopolysacchariden (hyaluronzuur, chondroitinsulfaat).
De gehele huid maakt een gezwollen, droge, bleke, wasachtige indruk.
- gestoorde
sluiting bovenooglid (storing sympathische innervatie m. palpebralis superior)
- soms beklemming carpale of faciale zenuwen
- restgroep van diverse gerapporteerde
afwijkingen, waarvan de associatie met hypothyreoïdie niet zeker is: purpura,
gestoorde wondgenezing, focale cutane mucinosis, ANOTHER-syndroom, decubitus,
Candida-folliculitis, Actinomycosis.
NB: overige symptomen bij
hypothyroïdie:bradycardie, weinig traanvocht, slikmoeilijkheden,
kouwelijk, bradypsychisme, moeheid, trage, lage, krakerige stem, trage relaxatie
Achillespeesreflex, dikker worden zonder overdreven gestegen eetlust, menstruatiestoornissen
(menorrhagie, hypermenorrhoe, amenorrhoe), obstipathie, doofheid, oorsuizen,
duizeligheid.
CONGENITALE HYPOTHYREOIDIE Bij de
geboorte niet goed te herkennen, daarom wordt er op gescreend (hielprik, T4,
zonodig TSH). Bij niet herkennen kunnen naast vertraagde groei en ontwikkeling
op een gegeven moment cutane verschijnselen zichtbaar worden: een gegeneraliseerd
non-pitting (myx-)oedeem, periorbitale zwelling, dikke lippen, macroglossie
(grote gladde rode tong), een gelige tint, vetophoping in de regio clavicularis,
koude, droge, bleke huid, hypothermie, cutis marmorata, grof, droog en broos
haar, patchy alopecia, persisterende lanugo-beharing, kwetsbare langzaam groeiende
nagels.
ASSOCIATIES MET ANDERE DERMATOSEN Alopecia
areata is geassocieerd met Hashimoto's thyreoditis, m. Addison, pernicieuze
anemie, diabetes mellitus type I. Bij kinderen werd in 7-24% een afwijkende
schildklierfunctie gevonden. Atrophische gastritis/pernicieuze anemie is duidelijk
geassocieerd met auto-immuun thyreoïditis. De antistoffen die gevonden kunnen
worden bij m. Hashimoto (anti-thyreoglobuline, anti-microsomale antistoffen)
komen ook voor bij pernicieuze anemie, Sjögren syndroom, chronische actieve
hepatitis, SLE, RA, diabetes, m. Addison, en Graves disease.
Bulleuze dermatosen:
combinaties zijn beschreven van pemphigus foliaceus en hypothyreoïdie, Graves
disease, en multinodulair struma; parapemphigus en m. Hashimoto; herpes gestationis
en Graves disease (bij HLA-B8 phenotype); dermatitis herpetiformis en schildklierafwijkingen
z.n.s. (bij HLA-B8 of DRw3 phenotype). De auto-immuun thyreoïditis is voorts
geassocieerd met dermatomyositis, discoïde LE en SLE, vitiligo, Sjögren syndroom,
progressieve systemische sclerose, e.v.a. (zie bovenstaande tabel).
DIAGNOSTIEK T4, TSH, TBG (TBG/TBK), T3-uptake (v. berekening
FT4-index, en vrij T4 gehalte). Zonodig T3, TSH/TRH test, RAIU (radioactive
iodine uptake), thyroid suppression test, cholesterol, antilichamen (anti-thyroglobuline,
anti-microsomale antilichamen, TBII, TSI), echografie, scintigrafie, etc.
Diverse lab-strategieën zijn mogelijk om tot een goede diagnose te komen, vaak
volstaat het aanvragen van TSH, de rest wordt automatisch getrapt verricht,
indien nodig.
Referenties
1. |
Heymann WR. Cutaneous manifestations of thyroid
diseases. J Am Acad Dermatol 1992;26:885-902. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.