Met pseudo-sclerodermie wordt bedoeld induratie of sclerose van de huid die
klinisch lijkt op (systemische)
sclerodermie,
maar door een ander proces veroorzaakt wordt. Bijvoorbeeld door stapelingsziekte
of door graft versus host disease. Pseudo-sclerodermie gaat nooit gepaard met
sclerose van de viscerale organen, ook geen
Raynaud fenomeen.
Eosinofiele fasciitis (syndroom van Shulman)
Meestal volwassenen
van middelbare leeftijd. Pasteuze, (in begin pijnlijke) induratie van de extremiteiten,
zelden romp of gelaat aangedaan. Géén Raynaud. Wel vaak carpale tunnel syndroom.
Een relatie met overmatige lichamelijke inspanning of trauma wordt gesuggereerd.
Laboratorium: bloed eosinofilie van 30-50%, verhoogde BSE, hypergammaglobulinemie,
circulerende immuuncomplexen (50% van de patiënten) en soms ANA positief. Soms
spontane regressie. Eventueel corticosteroïden per os (60 mg prednison per dag
en langzaam afbouwen). Zie verder onder
eosinofiele fasciitis.
Scleredema adultorum (Scleredema van Buschke,
scleredema)
Diffuse sclerose van het gelaat, de nek, romp en armen. Zelden
zijn de benen aangedaan. Veroorzaakt door cutane en subcutane depositie van
mucopolysacchariden. Géén Raynaud fenomeen. Jonge volwassenen, vaak in aansluiting
op een acute streptokokken infectie (impetigo, angina, erysipelas). Meestal
spontane remissie, echter dit kan enkele maanden duren. Infecties moeten uiteraard
bestreden worden. Soms kan orale corticosteroïden uitkomst bieden. Zie verder
onder
scleroedema van Buschke.
Scleroedema diabeticorumScleroedema diabeticorum
komt voor bij diabetes, vaak bij patiënten die ook andere complicaties hebben
zoals retinopathie, neuropathie, of vaatafwijkingen. Het begint geleidelijk
en wordt niet voorafgegaan door infectie. Het gaat meestal niet vanzelf over.
Patiënten hebben klachten van een harde huid in de nek en/of bovenrug, soms
ook elders op het lichaam. Vaak zijn er problemen met het bewegen van de nek;
veel patiënten kunnen de kin nauwelijks op de borst krijgen of hun hoofd naar
achteren bewegen. Zie verder onder
scleroedema
van Buschke.
Scleromyxoedeem (lichen myxedematosus,
papular mucinosis)
Uitgebreide lichenoïde eruptie van zachte licht erythemateuze
tot gele papels, gepaard gaande met diffuse verharding, sclerose van de huid
(ook gelaat en handen). Bij systemische sclerodermie is de huid gefixeerd aan
de onderlaag, bij scleromyxoedeem kan de verdikte en harde huid nog bewogen
worden over de subcutis. Histologie: toename van mucopolysacchariden. Zie verder
onder
scleromyxoedeem,
lichen myxoedematosus en onder
de
mucinosen.
Amyloidosis
Indien depositie van amyloïd diffuus is en de huid van de vingers, handen en
gelaat betreft, kan het sterk lijken op sclerodermie. Zie verder onder
amyloidosis.
Porphyria
cutanea tardaGehypopigmenteerde sclerotische induraties, en
plaque, van de aan zonlicht bloot gestelde huid. Zie verder onder
porfyrie.
Graft versus
host diseaseTreedt op in 50% van alle succesvolle allologe
beenmergtransplantaties.
Deze reactie wordt veroorzaakt doordat de met het
allogene beenmerg meegetransplanteerde immunocompetente cellen van de donor
(graft) een immunoreactie tegen de ontvanger (host) kunnen aangaan. Deze reactie
kan optreden omdat de ontvanger zelf niet immunocompetent is (radiotherapie
of chemotherapie).
Acute GVHD: Meestal binnen 60 dagen na beenmergtransplantatie.
Koorts, licht erythemateuze maculopapulaire rash (handen ,voeten, gelaat, later
ook romp en extremiteiten).
Chronische GVHD: Scleroderma-achtige huidafwijkingen,
soms zelfs gegeneraliseerd. Huid van gelaat, handen en voeten wordt strakker.
Ook kunnen subcutane calcificaties en oesophagusafwijkingen optreden.
Soms
kan profylactisch toedienen van ciclosporine A, methotrexaat en prednison (ook
combinaties) de incidentie verminderen. Slechte prognose, 50% heeft een 10 jaarsoverleving.
NB: recent zijn er gunstige resultaten bereikt met behulp van fotoferese. Zie
verder onder
graft versus host
disease.
Exogene factorenPolyvinylchloride,
epoxyharsen, silicose. Vaak Raynaud-achtige klachten. Diffuse verharding van
de huid aan vingers, handruggen en onderarmen.
Raapzaadolie, ("toxic oil
syndrome").
Reactie op collageen en vloeibare siliconen injecties of implantaties
(borst vergroting).
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes.
Dermatoloog, Amsterdam UMC.