HuidinfectiesFolliculitis
Een
folliculitis is een oppervlakkige
purulente ontsteking van een haarzakje en naaste omgeving. Klinisch uit zich
dit als enkele rode, verheven, pijnlijke laesies, gecentreerd op een haarzakje.
Er zijn geen algemene verschijnselen. Een enkele keer komt uitgebreide folliculitis
voor in het baardgroeigebied (
sycosis barbae).
Furunkel en karbunkelEen
furunkel (steenpuist) is een hevige ontsteking
van een haarzakje en naaste omgeving, dieper dan folliculitis. Dit type infectie
komt voor op de behaarde huid, met als voorkeur het gezicht, de nek, oksels
en billen. De infectie begint als een pijnlijke puist, die snel evolueert tot
een warme, pijnlijke, verheven en geïndureerde laesie met een diameter van 1
tot 2 cm. In een later stadium verschijnt centraal een gelige punt. Deze puisten
kunnen spontaan openbarsten en een gelige crèmige substantie afscheiden, waarna
genezing optreedt. Regelmatig komen satelliet (omringende) laesies voor en kunnen
furunkels ontstaan op andere lokalisaties, meestal door zelfbesmetting. Meestal
zijn er geen algemene ziekteverschijnselen, behalve bij uitgebreide furunculose.
Men spreekt van
furunculose bij meer dan
vier furunkels tegelijk of meer dan vier furunkels per jaar.
Een
karbunkel (negenoog) is dieper gelegen en
is een verzameling van furunkels. Doorbraak naar diepere lagen en laterale verbreiding
leidt tot evacuatieopeningen in de omgeving. Uiteindelijk ontstaat centraal
een necrotische krater, welke geneest door granulatievorming. Meestal gaat de
ontwikkeling van een karbunkel gepaard met koorts (eventueel piekend en koude
rillingen) en malaiseklachten.
Impetigo
Impetigo (krentenbaard) is een oppervlakkige,
zich uitbreidende infectie van de huid. Deze infectie doet meestal de blootgestelde
huid (gezicht en benen) van kinderen aan. Soms kunnen ook streptokokken de oorzaak
zijn van impetigo (10-20% van de gevallen).
Impetigo begint als een rode
vlek, waar uiteindelijk blaarvorming optreedt met daarin een wittige vloeistof.
Deze blaar barst spoedig en laat dan een gelige dikke natte korst achter (diameter >1
cm) met daaromheen erytheem (roodheid). De meeste kinderen hebben meerdere laesies
in verschillende stadia. De laesies genezen zonder littekenvorming. Er zijn
meestal geen algemene ziekteverschijnselen, maar wel reactieve lymfklieren.
Impetigo kan voorkomen als superinfectie bij een varicella-zoster-infectie.
Hierbij zijn de patiënten meestal flink ziek met hoge koorts.
Pemphigus neonatorum (staphylococcal scalded skin syndroom)
Het
staphylococcal scalded
skin syndrome (SSSSS) is een zich sterk uitbreidende oppervlakkige huidinfectie
bij neonaten en jonge kinderen. Bij dergelijke infecties ziet men verspreid
over de huid met pus gevulde blaren en/of blaasjes. Onder invloed van
S.
aureus-exotoxinen laat de huid los. Dit kan aangetoond worden door licht
te wrijven over de huid, het zogeheten teken van Nikolsky.
Mastitis puerperalisZwelling en stase in de borstklier
predisponeren tot mastitis puerperalis. De ontsteking ontstaat meestal in de
eerste twee tot drie weken na de bevalling en gaat gemakkelijk over tot abcedering.
Paronychium en panaritium
Paronychium is een infectie van de nagelwal,
zich uitend in zwelling en roodheid van dit gebied.
Panaritium is een diepe infectie van de
vinger. Beide infecties kunnen zich uitbreiden en uiteindelijk een osteomyelitis
veroorzaken.
WondinfectieEen door
S.
aureus geïnfecteerde chirurgische of traumatische wond is pijnlijk, wordt
toenemend rood en gezwollen, en vormt uiteindelijk pus. Bij chirurgische wonden
is het van belang te bepalen hoe diep deze infectie is om adequate therapie
in te kunnen stellen.
Cellulitis
Cellulitis is een plotselinge uitbreidende
infectie van de huid en het onderhuidse vet. Wondjes, ulcera of furunkels predisponeren
tot het ontwikkelen van een cellulitis. Binnen enkele dagen ontstaat rondom
de laesie lokale pijnlijkheid en roodheid, die snel intensiveert. Het gebied
kan zeer uitgebreid in omvang zijn, is rood, warm en gezwollen. In tegenstelling
tot
erysipelas zijn de grenzen van de laesie
niet verheven en niet scherp begrensd. Regionale lymfadenopathie is normaal,
en bacteriëmie kan ontstaan. Ook kunnen zich lokaal abcessen ontwikkelen. Daarnaast
hebben de patiënten koorts, malaise en vaak koude rillingen. In de Engelstalige
literatuur worden de begrippen cellulitis en erysipelas door elkaar gebruikt.
PyodermiePyodermie
is een niet specifieke term voor huidinfecties met S. aureus of andere bacteriën.
Invasieve infectiesBacteriëmie
en endocarditisEen
S. aureus-bacteriëmie is een bloedbaaninfectie
(
sepsis) en ontstaat meestal secundair aan een lokale
infectie met dit micro-organisme. De geïnfecteerde foci kan men verdelen in
extravasculair (cellulitis, ulcera, brandwond, e.d.) en intravasculair (perifere
of centraal veneuze catheter, intraveneus drugsgebruik). In 10-20% van de gevallen
kan geen oorzakelijk focus worden gevonden. Het klinisch beeld is dat van een
plotselinge zeer zieke patiënt met koude rillingen en snel stijgende temperatuur.
Vaak klaagt de patiënt over gewrichtspijnen. Indien niet tijdig adequate antibiotische
therapie wordt gestart, kunnen metastatische ontstekingshaarden ontstaan. Deze
haarden kunnen in elk orgaan ontstaan, maar hebben een voorkeur voor de nieren,
longen, lange pijpbeenderen (kinderen) en wervels (volwassenen), en kunnen gaan
abcederen. Een
S. aureus-bacteriëmie heeft een hoge letaliteit.
Endocarditis is een ernstige infectie van één van de hartkleppen, welke langdurig
met intraveneuze antibiotica dient te worden behandeld, eventueel met hartklepvervanging.
Bij een
S. aureus-bacteriëmie moet een endocarditis worden uitgesloten.
Klinisch kan men in 20-50% van de gevallen huidlaesies aantreffen, zoals
splinterbloedinkjes (nagels), petechiën
(conjunctiva, extremiteiten) en tekenen van vasculitis (Osler-knobbeltjes en
Janeway-laesies). Meestal is de endocarditis
linkszijdig. In geval van intraveneus drugsgebruik moet men aan rechtszijdige
endocarditis denken (een dergelijke patiënt kan zich presenteren met een abcederende
pneumonie).
AbcessenEen
abces (etterbuil) is een puscollectie in een
niet eerder bestaande ruimte.
S. aureus-abcessen ontstaan lokaal, secundair
aan een (oppervlakkige) huid- of weke deleninfectie, of op afstand als gevolg
van een bacteriëmie. Klinische symptomen zijn afhankelijk van de lokalisatie
en uitgebreidheid van het abces. Niet adequaat of onbehandelde abcessen resulteren
meestal in recidiverende bacteriëmieën.
Pneumonie
Stafylokokkenpneumonie kan ontstaan na een virale luchtweginfectie (meestal
influenza) of ten gevolge van een
bacteriëmie. Een
stafylokkenpneumonie heeft een abcederend beloop. Men moet bedacht zijn op eenS.
aureus-pneumonie bij intraveneus drugsgebruikers met een pneumonie die niet
overgaat met standaardtherapie. Op de longfoto ziet men multipele consolidaties
en/of een pleura-empyeem. Zeer zelden kan
S. aureus, die dan dient
te beschikken over een specifieke virulentiefactor (PVL), necrotiserende pneumonieën
geven bij gezonde jonge volwassenen.
Osteomyelitis
Osteomyelitis (botinfectie) kan na een bacteriëmie ontstaan of na een infectie
ten gevolge van een lokaal trauma. Bij kinderen treedt osteomyelitis vooral
op in de lange pijpbeenderen en begint gewoonlijk in de metafyse na een bacteriëmie.
Bij volwassenen treedt osteomyelitis meestal op na een trauma. Hematogene uitzaaiing
gaat bij volwassenen vooral naar de wervels. Klinisch heeft men meestal koorts
en lokaal pijn, vooral bij palpatie of belasting.
Septische
artritisSeptische artritis is een purulente ontsteking van
meestal één gewricht.
S. aureus-artritis ontstaat met name hematogeen.
Klinisch ziet men een rood gezwollen en pijnlijk gewricht, met pijn bij palpatie
en beweging. Meest voorkomende aangedane gewrichten zijn: knie, heup, elleboog,
schouder en interphalangeaal.
Toxisch shock syndroom
Dit syndroom wordt gekenmerkt door hoge koorts, hypotensie, diffuus erythemateus
exantheem met schilfering en vervelling (handpalmen en voetzolen) en verschijnselen
van één of meer orgaansystemen: braken en diarree, conjunctivitis en pharyngitis,
hoofdpijn en verwardheid, en stoornissen in nier- en leverfuncties. Dit syndroom
kwam begin tachtiger jaren epidemisch voor, voornamelijk bij menstruerende vrouwen
die nieuwe, sterk absorberende, tampons gebruikten. Daarnaast is het een syndroom
dat wel eens bij kinderen voorkomt. Toxisch shock syndroom wordt veroorzaakt
door
S. aureus-stammen die een specifiek exotoxine (TSST-1) produceren,
dat verantwoordelijk is voor de shockverschijnselen.
Voedselintoxicaties
Stafylokokken kunnen enterotoxines produceren die acute voedselintoxicaties
kunnen veroorzaken.
Referenties
1. |
Landelijke Protocollen Infectie Bestrijding
LCI op www.rivm.nl |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.