Een syringoom is een benigne
adnextumortje,
uitgaande van eccriene cellen die onderdeel uitmaken van de afvoergangen van
zweetklieren. De naam is afgeleid van het griekse woord syrinx, wat buis betekent.
Ze ontstaan meestal rond de puberteit, vaker bij vrouwen dan bij mannen. Meestal
zijn het enkele symmetrisch kleine huidkleurige of gelige bolronde papeltjes
tot 3 mm grootte, soms doorzichtig, op het bovenste gedeelte van de wangen,
vooral onder de ogen, of op het onderste ooglid. Zie onder
syringoma. Er bestaat ook een variant waarbij, soms
in korte tijd, talloze syringomen ontstaan, op de borst, of buik, of nek, oksels
en extremiteiten. Dit worden
eruptieve syringomen
genoemd (synoniemen:
syringoma disseminata, eruptieve
syringomen). Deze kunnen naast huidkleurig of translucent ook rood of roodbruin
zijn.
![Syringoma (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Syringoma](../../../afbeeldingen/syringoma4z.jpg) |
![Histologie van syringoma met kikkervisjes (tadpoles) (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Histologie van syringoma met kikkervisjes (tadpoles)](../../../afbeeldingen/syringomaPAz.jpg) |
eruptieve
syringomen |
syringoma
(PA) |
Klinische varianten:- gelocaliseerde syringomen
(meestal gelaat)
- familaire syringomen
- syringomen bij Down syndroom
- multipele eruptieve syringomen
Gelokaliseerde
syringomen komen het meest voor (89%), eruptieve
syringomen komen bij circa 11% voor en zitten vooral op de romp, de nek en de
extremiteiten. Familiaire vormen zijn zeldzaam (case-reports). Het is beschreven
dat multipele syringomen kunnen voorkomen bij syndromen, vooral bij het
Down syndroom en bij
diabetes.
Verder zijn ze beschreven (case-reports, vaak maar 1 geval, < 0.1%) bij het
Brooke-Spiegler syndroom (cylindromen, trichoepitheliomen,
spiradenomen), het
Nicolau-Balus syndroom (miliaire
cysten en atrophoderma vermiculata), en het
Costello syndroom
(craniofaciale, musculoskeletale en neurologische afwijkingen, hyperkeratose,
hyperpigmentatie, papillomen, diepe handlijnen).
DD:
eruptieve vellus haar cysten,
milia,
milia-like calcinosis cutis,
trichoepithelioma,
apocrine hidrocystoma,
acne,
granuloma annulare disseminata,
sarcoidose,
ziekte
van Cowden, fibrofolliculoma,
mastocytose,
angiofibromen, fibroelastic
papulosis.
Therapie:Syringomen zijn moeilijk te
behandelen omdat het er heel veel kunnen zijn en omdat na verwijdering er op
andere plaatsen weer nieuwe kunnen ontstaan. De meeste technieken bestaan uit
lokale destructie. Als niet-destructieve behandelingen worden genoemd (weinig
evidence, vermoedelijk teleurstellend) lokaal atropinesulfaat 1% 1-2 dd, Botox
injecties, isotretinoïne.

Elektrocoagulatie
met een fijne naald.

Elektrocoagulatie
gecombineerd met curettage.

Cryotherapie
met 2-4 mm gesloten probe.

Excisie middels
een 2-3 mm punch biopt (open laten).

Afknippen
of snijden in niveau van de huid.

Applicatie
van trichloorazijnzuur.

Laserbehandeling
(CO2, Erbium YAG laser, pulsed-dye laser, fractionele lasers).

Dermabrasie.
Referenties
1. |
William K, Shinkai K. Evaluation and management
of the patient with multiple syringomas: a systematic review of
the literature. J Am Acad Dermatol 2016;74:1234-1240. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.