SYSTEMISCHE AMYLOIDOSIS home ICD10: E85

Amyloid is een verzamelnaam voor fibrillair opgebouwd afzettingsmateriaal. Het kan histologisch worden aangetoond met een PAS kleuring, Kongorood (dubbelbrekend) of thioflavine T kleuring. Amyloidosis wordt onderverdeeld in cutane (gelokaliseerde) amyloidosis en systemische amyloidosis. Bij gelocaliseerde cutane amyloidosis is het amyloid materiaal een keratine-precursor of afbraakprodukt (AK-amyloid), bij systemische amyloidose kan het b.v. een light chain kappa of lambda immunoglobuline zijn (AL-amyloid), of het ontstekingseiwit serum amyloid A (AA-amyloid).

Voorheen werden de verschillende varianten ingedeeld op basis van het klinisch beeld, tegenwoordig meer op typering van het type amyloid. De cutane vormen van amyloidosis zijn redelijk overzichtelijk in te delen en worden bijna allemaal veroorzaakt door depositie van AK-amyloid. De systemische vormen zijn ingewikkelder, inmiddels zijn er meer dan 20 verschillende amyloid-deposities met bijbehorende interne aandoeningen bekend, zoals amyloidose geassocieerd met paraproteïnen, plasmacytoma, multipel myeloma, etc, hereditaire amyloidose, amyloidose bij familial Mediterranean fever (FMF), amyloidose + urticaria + doofheid + nefropathie, famial polyneuropathic amyloidosis, familial amyloidosis of cardiac muscle, idiopathische systemische amyloidose, etc. Sommige van deze syndromen zoals FMF en Muckle en Wells syndroom worden inmiddels ingedeeld onder de auto-inflammatoire syndromen.

Onderliggende ziekten bij systemische amyloidosis
- chronische ontstekingsziekten (AA)
- PFAPA syndroom (AA)
- multipel myeloma, plasmacytoma (AL)
- paraproteïnemie nno, MGUS (AL)
- hereditaire amyloidose
- amyloidose bij familial Mediterranean fever (FMF)
- cryopyrin-associated periodic syndromes (CAPS)
- amyloidose + urticaria + doofheid + nefropathie
  (Muckle Wells syndroom)
- familial polyneuropathic amyloidosis
- familial amyloidosis of cardiac muscle
- idiopathische systemische amyloidose


Klinische symptomen
De klinische symptomen zijn zeer variabel en hangen af van het subtype. Er kunnen bij systemische amyloidose, vooral van het AL type polymorfe huidafwijkingen aanwezig zijn: wasachtige translucente papels, vooral op de bovenoogleden, rest gelaat, nek, oksels, liezen, peri-anaal (DD: xanthelasmata, hyalinosis cutis et mucosae, lichen myxedematosus, scleromyxoedema, tubereuze xanthomen). Soms noduli of plaques, soms op dorsum vingers oedeem, erytheem en induratie, lijkend op Gottron's sign (scleroderma amyloidosum), soms purpura (vooral rond de ogen, Raccoon eyes), en reeds bij gering trauma (haemorrhagische) bullae. Ook kunnen er slijmvliesafwijkingen zijn: zwelling mucosa, petechieën, ecchymosen, geïndureerde plaques, maculae, xerostomia, glossodynie, macroglossia, induratie en pasteuze zwelling tong, tandafdrukken erin zichtbaar, gele noduli, hemorrhagische bullae, afteuze ulcera.

Raccoon eyes (wasbeer ogen, brilhematoom) Raccoon eyes bij systemische amyloidose
raccoon (wasbeer) raccoon eyes bij amyloidose

Foto links: Paxson Woelber - Wikimedia (Creative Commons License 3.0).
Foto rechts: Silverstein SR. Dermatol Online J 2005 Mar 1;11(1):5 (Creative Commons License 4.0 - Public Access Journal).

Maar bij de meeste patiënten met systemische amyloidosis zijn er geen huidafwijkingen. Soms wordt de dermatoloog in consult gevraagd voor het afnemen van een biopt. Systemisch amyloid deposities kunnen worden aangetoond door een biopt af te nemen van rectum-slijmvlies, gingiva-slijmvlies, tong- of mondslijmvlies (binnenkant lip of wang), of door een biopt van de buik af te nemen met daarin voldoende vet. Dat kan zijn een diep 5 of 6 mm stansbiopt of een kleine maar diepe ovale excisie. Er worden minder vaak slijmvliesbiopten afgenomen dan voorheen omdat histologisch onderzoek van buikvet waarschijnlijk even goed is, en mogelijk zelfs een hogere sensitiviteit heeft. De amyloid deposities worden rond de capillairen van het subcutane vet gezien. Dit maakt puncties van andere organen, bijvoorbeeld het hart bij cardiale amyloidosis, overbodig. Ook zijn er steeds meer verfijnde afbeeldingstechnieken beschikbaar waarmee amyloid kan worden aangetoond (MRI, scintigrafie, PET scan).

In de internistische literatuur wordt ook beschreven dat een vetaspiraat uit de buik kan worden gebruikt voor diagnostiek. Dit is een procedure die de internisten zelf kunnen uitvoeren. In de praktijk gebeurt dat weinig omdat de procedure toch wat ingewikkeld is en het veel eenvoudiger is om een buikhuid biopt of excisiebiopt af te nemen. Bovendien is bij een biopt de architectuur intact wat het voor de patholoog makkelijker te beoordelen maakt.
Techniek: voor een vetaspiraat wordt een stukje van 6x6 cm buikhuid geïnfiltreerd met lidocaïne en daarna met een 10 ml spuit en een zo groot mogelijke punctienaald het vet geoogst. Verwijder de naald en spuit een deel in een container met wat steriel NaCl 0.9% voor biochemische analyse. Laat de rest 10 min stollen in de spuit. Trek er wat formaline in op om de klont los te woelen van de spuit. Verwijder de cylinder en giet het klompje vet in het potje met de rest van de formaline voor PA.


Verschillende soorten amyloid deposities bij systemische amyloidosis
AL-amyloid
light chain IgG multiple myeloma e.a. plasmacel aandoeningen
AH-amyloid heavy chain IgG multiple myeloma
AA-amyloid serum amyloid A proteïne diverse inflammatoire aandoeningen, waaronder:
- familial Mediterranean fever (FMF)
- cryopyrin-associated periodic syndromes (CAPS):
   - familial cold autoinflammatory syndrome (FCAS)
   - Muckle-Wells syndrome (MWS)
   - neonatal-onset multisystem inflammatory disease (NOMID)
ATTR transthyretin (TTR) familial amyloid polyneuropathy (FAP)
senile cardiac amyloidosis
Aβ2M beta2-microglobuline dialyse geassocieerde amyloidosis
fibrinogeen alpha chain
apolipoproteïne A1 en A2
lysozyme
familiale systemische amyloidosis
beta protein precursor Alzheimer syndrome, Down syndrome,
hereditary cerebral hemorrhage with amyloidosis
prion eiwitten ziekte van Creutzfeldt-Jakob
Gerstmann-Sträussler-Scheinker disease
fatal familial insomnia
kuru
cystatin C hereditary cerebral hemorrhage with amyloidosis
gelsolin familial amyloidosis (oogklachten)
lactoferrine familial corneal amyloidosis
keratoepithelin familial corneal dystrophies



AA-amyloid home ICD10: E85

De meest voorkomende vorm van systemische amyloidosis wordt veroorzaakt door depositie van het ontstekingseiwit serum amyloid A protein (AA-amyloid). Serum amyloid A protein is een acuut fase eiwit dat wordt geproduceerd door de lever in reactie op ontsteking. In het serum is het gebonden aan HDL (high-density lipoprotein). AA-amyloid komt voor bij diverse chronische ontstekingen, waaronder reumatoïde artritis, artritis psoriatica, juvenile idiopathische arthritis, Still's disease, spondylitis ankylopoetica, psoriasis, ziekte van Behçet, ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, ernstige hidradenitis suppurativa, acne conglobata, bronchiectasieën, multiple myeloma, cryopyrin-associated periodic syndromes (CAPS), Familial Mediterranean fever (FMF), Hodgkin en non-Hodgkin lymfoom, Castleman disease (lymfoom), bij maligniteiten en bij chronische infecties (TBC, lepra, syphilis, ostomyelitis).

Therapie:
Onderliggende aandoening proberen te behandelen.
R/ DMARD's zoals colchicine.
R/ rilonacept (anti-IL1).
R/ TNF remmers.
R/ anakinra.
R/ tocilizumab.



AL-amyloid en AH-amyloid home ICD10: E85

AL-amyloid en AH-amyloid
Dit type amyloidosis (immunoglobulin-related amyloidosis, myeloma-associated amyloidosis) wordt veroorzaakt door depositie van afbraakproducten van lichte ketens immunoglobuline (L, light chain fragments), en soms, veel minder vaak, van zware ketens immunoglobuline (H, heavy chain fragments). Dit komt vooral voor bij monoclonale plasmacel klonen zoals bij multiple myeloma (ziekte van Kahler) en bij monoclonal gammopathy of undetermined significance (MGUS). Patiënten hebben soms huidafwijkingen zoals purpura, of oogafwijkingen. Meestal zijn er vooral internistische klachten zoals gewichtsverlies, vermoeidheid, nierfunctiestoornissen, leverafwijkingen, cardiale afwijkingen, perifere neuropathie, obstipathie of diarree. Ook carpaal tunnel syndroom kan voorkomen.

Diagnostiek:
Biopt lesionale huid of slijmvlies, vet aspiraat. Algemeen bloedbeeld. Totaal eiwit, eiwitspectrum, M-proteïne screening (paraproteïnen). Beenmergpunctie. MRI, PET-scan of scintigrafie (interne geneeskunde).

Therapie:
Behandeling van onderliggende aandoening. Bij MGUS zonder ernstige klinische symptomen wordt meestal afgewacht. Bij multipel myeloma wordt behandeld met chemotherapie (melfalan + prednison, vincristine + doxorubicin + dexamethason), of met thalidomide, lenalidomide, of pomalidomide, of met combinaties (melfalan + prednisone + thalidomide). Ook komen er in de rijke landen steeds meer targeted therapies beschikbaar zoals bortezomib, carfilzomib, mTOR inhibitors, bevacizumab. Soms is een stamceltransplantatie nodig.



ATTR-amyloid home ICD10: E85

ATTR-amyloid
ATTR-amyloid komt voor bij familial amyloid polyneuropathy (FAP) en bij senile cardiac amyloidosis en is afkomstig van transthyretin (TTR). Vroeger werd dit prealbumine genoemd (AFp). Het ontstaat door een afwijking in het gen voor TTR. Het TTR amyloid kan zich in diverse organen ophopen. Klinische verschijnselen zijn hartafwijkingen, perifere neuropathie, krachtsverlies, oogafwijkingen (glasvocht troebelingen), gastrointestinale klachten (diarree, obstipathie, misselijkheid), carpaal tunnel syndroom.

Therapie:
Bestrijden van symptomen en klachten, er is geen therapie bekend die de amyloid depositie kan stoppen of afremmen.



A-beta-2M-amyloid home ICD10: E85

Beta2-microglobuline is een lichte keten die onderdeel is van het major histocompatibility complex (MHC). Dit eiwit wordt normaal uitgescheiden door de nieren. Bij chronische en ernstige nierinsufficiëntie kan het zich ophopen. Dit type wordt vooral gezien bij dialyse patiënten. De belangrijkste klachten zijn carpaal tunnel syndroom, destructieve spondylartropathie en botcysten. Maar het amyloid kan zich ook ophopen in het hart, tractus digestivus, longen, lever, en de tong. Nieuwere dialyse apparatuur kan het eiwit verwijderen.


Referenties
1. Silverstein SR. Primary, systemic amyloidosis and the dermatologist: where classic skin lesions may provide the clue for early diagnosis. Dermatol Online J 2005 Mar 1;11(1):5.


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 E85.0 Niet neuropathische hereditaire amyloidosis
ICD10 E85.0 Non-neuropathic heredofamilial amyloidosis
SNOMED 12579009 Familial Mediterranean fever
SNOMED 367528006 Amyloid of familial Mediterranean fever
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 E85.0 Niet neuropathische hereditaire amyloidosis: Muckle-Wells syndroom
ICD10 E85.0 Non-neuropathic heredofamilial amyloidosis: Muckle-Wells syndrome
SNOMED 15123008 Familial amyloid nephropathy with urticaria AND deafness
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 E85.0 Niet neuropathische hereditaire amyloidosis: PFAPA syndroom
ICD10 E85.0 Non-neuropathic heredofamilial amyloidosis: PFAPA syndrome
SNOMED 717231003 Periodic fever and aphthous stomatitis with pharyngitis and cervical lymphadenitis syndrome
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 E85.1 Neuropathische hereditaire amyloidosis
ICD10 E85.1 Neuropathic heredofamilial amyloidosis
SNOMED 42295001 Familial amyloid polyneuropathy
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 E85.2 Hereditaire amyloidosis, niet gespecificeerd
ICD10 E85.2 Heredofamilial amyloidosis, unspecified
SNOMED 367601000119103 Hereditary amyloidosis
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 E85.3 Secundaire systemische amyloïdose
ICD10 E85.3 Secondary systemic amyloidosis
SNOMED 281034005 Secondary amyloidosis
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 E85.3 Secundaire systemische amyloïdose: secundaire systemische amyloïdose van huid
ICD10 E85.3 Secondary systemic amyloidosis: secondary systemic amyloidosis affecting skin
SNOMED 402457007 Secondary systemic amyloidosis affecting skin (AA fibril type)
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 E85.4 Amyloidosis beperkt tot orgaan
ICD10 E85.4 Organ-limited amyloidosis
SNOMED 56871000 Localized amyloidosis
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 E85.4 Amyloidosis beperkt tot orgaan: nodulaire cutane amyloidosis
ICD10 E85.4 Organ-limited amyloidosis: nodular cutaneous amyloidosis
SNOMED 402462008 Nodular amyloidosis
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 E85.8 Amyloïdose, andere vormen
ICD10 E85.8 Other amyloidosis
SNOMED 17602002 Amyloidosis
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 E85.8 Amyloïdose, andere vormen: amyloid elastosis
ICD10 E85.8 Other amyloidosis: amyloid elastosis
SNOMED 402719006 Systemic amyloidosis affecting skin
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 E85.9 Amyloïdose, niet gespecificeerd
ICD10 E85.9 Amyloidosis, unspecified
SNOMED 17602002 Amyloidosis
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 E85.9 Amyloïdose, niet gespecificeerd: light-chain amyloidosis (AL)
ICD10 E85.9 Amyloidosis, unspecified: light-chain amyloidosis (AL)
SNOMED 23132008 Amyloid light-chain amyloidosis
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven

ICD10 E85.9 Amyloïdose, niet gespecificeerd: amyloid A amyloidosis (AA)
ICD10 E85.9 Amyloidosis, unspecified: amyloid A amyloidosis (AA)
SNOMED 274945004 Amyloid A amyloidosis
DBC 27 spacer Diagnose niet nader omschreven