Tinea capitis (
dermatomycosis capitis)
is een schimmel-infectie van het behaarde hoofd, veroorzaakt door
Microsporum en
Trichophyton soorten.
Tinea capitis komt vooral bij kinderen voor. Vanaf de puberteit is de kans op
besmetting gering, mogelijk door een veranderde samenstelling van de vetzuren
op de huid, of door opgebouwde immuniteit. De schimmels worden ingedeeld in
antropofiel (de mens is het reservoir, zeer besmettelijk),
o.a.
T. tonsurans,
T. schoenleinii,
T. violaceum,
T. soudanense,
M. audouinii, en
zoöfiel
(huisdieren zijn het reservoir), o.a.
M. canis (hond en kat),
T.
verrucosum (vee),
T. mentagrophytes (knaagdieren),
T. equinum
(paard). Besmetting treedt op via direct huid-huid contact met een ziek mens
of dier of indirect via petten, kleding, borstels, bioscoop- of theaterstoelen,
stro, stof (
T. mentagrophytes), of oppervlakten die in contact met
dieren zijn geweest (
T. verrucosum). Herbesmetting is zeldzaam. De
incubatietijd is 1-3 weken.
![Tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Tinea capitis](../../../afbeeldingen/tinea-capitis-1z.jpg) |
![Tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Tinea capitis](../../../afbeeldingen/tinea-capitis-2z.jpg) |
![Tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Tinea capitis](../../../afbeeldingen/tinea-capitis-5z.jpg) |
tinea
capitis |
tinea
capitis |
tinea
capitis |
![Tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Tinea capitis](../../../afbeeldingen/tinea-capitis-3z.jpg) |
![Tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Tinea capitis](../../../afbeeldingen/tinea-capitis-4z.jpg) |
![Tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Tinea capitis](../../../afbeeldingen/tinea-capitis-6z.jpg) |
tinea
capitis |
tinea
capitis |
tinea
capitis |
Per regio en per land verschilt de
frequentie van de schimmelsoorten.
De belangrijkste veroorzakers van tinea capitis in Nederland zijn:
T. violaceum,
M. canis,
M. audouinii,
T. tonsurans,
T. mentagrophytes,
T. rubrum,
T. verrucosum,
T. soudanense en
T.
schoenleinii. Door de toestroom van allochtonen worden uitheemse schimmelsoorten
geïmporteerd:
T. violaceum door Turken en Marokkanen,
T. soudanense
door asielzoekers uit Somalië en Ghana, en
M. audouinii uit Noord-
en Midden-Afrika en de Kaapverdische eilanden.
T. tonsurans kwam voorheen
in Nederland niet vaak voor maar wordt nu toenemend aangetroffen als veroorzaker
van tinea capitis epidemies op scholen met veel Surinaams-Antilliaanse kinderen.
Zie onder
tinea capitis veroorzaakt door T. tonsurans.
Tinea capitis kan verschillende vormen aannemen zoals
grey patches
(ronde grijzige, schilferende plaques, geleidelijk uitbreidend),
black dots (kale plekken waarin gezwollen stompjes van afgebroken
haren zichtbaar zijn (vaak endothrix),
kerion (grote
zwelling, nodus, abces, veroorzaakt door een heftige ontstekingsreactie, vaak
met cervicale lymfadenopathie),
diffuse schilfering
(lijkt op roos, diffuse (fijne) schilfering van de gehele hoofdhuid),
moth-eaten (multipele pleksgewijze alopecia, vaak
met licht schilferende hoofdhuid),
diffuus pustuleus
(wijd verspreide pustels over het behaarde hoofd, vaak ook met pijnlijke gezwollen
lymfklieren), en
favus (kletskop) (uitgebreide, onwelriekende
dikke witgele confluerende schotelvormige korsten, blijvend kale plekken, veroorzaakt
door
T. schoenleinii).
Microsporum soorten zoals
M. canis
en
M. audouinii veroorzaken vaak één of meerdere kale plekken met grijswitte
schilfering en afgebroken haren. De plekken lichten geel-groen op onder de
Woods lamp. Microsporum wordt opgelopen via huisdieren
zoals poezen, honden en hamsters. Trichophyton soorten zoals
T. tonsurans
en
T. violaceum, meestal geïmporteerd uit Marokko of Turkije, veroorzaken
schilfering, roodheid, kale plekken en soms puskoppen. Favus (kletskop) is zeldzaam
geworden in Nederland. Kerion celsi wordt meestal veroorzaakt door
T. mentagrophytes,
opgelopen van dieren (paarden, honden, knaagdieren) en soms door
T. verrucosum
(van runderen).
![Grey patch type tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Grey patch type tinea capitis](../../../afbeeldingen/tineagreypatchz.jpg) |
![Black dots type tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Black dots type tinea capitis](../../../afbeeldingen/tineablackdotsz.jpg) |
![Kerion type tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Kerion type tinea capitis](../../../afbeeldingen/tineakerionz.jpg) |
grey patch |
black
dots |
kerion |
![Diffuse schilfering type tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Diffuse schilfering type tinea capitis](../../../afbeeldingen/tineadiffusez.jpg) |
![Moth-eaten type tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Moth-eaten type tinea capitis](../../../afbeeldingen/tineamotheatenz.jpg) |
![Diffuus pustuleus type tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Diffuus pustuleus type tinea capitis](../../../afbeeldingen/tineapustulesz.jpg) |
diffuse
schilfering |
moth-eaten |
diffuus
pustuleus |
Diagnostiek:De diagnose kan gesteld worden op het
klinisch beeld. Verder:
KOH-preparaat
van de schilfers (resultaat onmiddellijk beschikbaar),
Wood’s-lamp (UVA): geelgroenige kleur bij
M. canis en
M. audouinii, niet bij Trichophyton species. Huidschilfers
en haren voor kweek insturen. De haren uittrekken met een pincet. Haren en haarstompjes
kunnen ook in een KOH-preparaat worden onderzocht op de aanwezigheid van sporen
in (
endothrix)
of
op (
ectothrix)
de haren.
![Endothrix groeiwijze schimmel (klik op foto voor vergroting) [bron: CDC - Public Domain Image] Endothrix groeiwijze schimmel](../../../afbeeldingen/illustraties/endothrix-2z.jpg) |
![Endothrix groeiwijze schimmel (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Endothrix groeiwijze schimmel](../../../afbeeldingen/illustraties/endothrix-3z.jpg) |
endothrix
(sporen in haar) |
endothrix
(T. verrucosum) |
![Endothrix groeiwijze schimmel (klik op foto voor vergroting) [bron: University of Adelaide - Creative Commons License 4.0] Endothrix groeiwijze schimmel](../../../afbeeldingen/illustraties/ectothrix-2z.jpg) |
![Tinea capitis door een ectothrix groeiwijze Trichophyton verrucosum (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Tinea capitis door een ectothrix groeiwijze Trichophyton verrucosum](../../../afbeeldingen/KOH/tinea-capitis-trichophyton-verrucosum-2z.jpg) |
ectothrix (sporen op haar) |
ectothrix (T. verrucosum) |
Onderzoek met de
Wood’s-lamp (UVA): bij
infectie met M. canis en M. audouinii lichten de aangetaste haren geelgroen
op.
Sommige Trichophyton species doen dit niet omdat ze in de haren groeien
(endothrix). Zie ook onder
endothrix
en
ectothrix groeiwijzen.
![Tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Tinea capitis](../../../afbeeldingen/tinea-capitis-2z.jpg) |
![Tinea capitis (klik op foto voor vergroting) [bron: www.huidziekten.nl] Tinea capitis](../../../afbeeldingen/tinea-capitis-4z.jpg) |
tinea
capitis |
tinea
capitis |
Het nadeel van een
kweek zijn de kosten en het
feit dat het lang duurt terwijl men daar niet op kan wachten. Met de combinatie
van
Wood's lamp onderzoek en
KOH-diagnostiek
kan soms de verwekker worden herkend. Bij kale plekken bij een kind is de kans
dat het door tinea capitis wordt veroorzaakt erg groot en kan het nauwelijks
wat anders zijn. Als het groen fluoresceert is het een van de
ectothrix groeiende schimmels
M. canis,
M. audouinii,
M. ferruginosum of
M.
dystortum. Een enkele keer kan het ook de endothrix groeiende
T. schoenleinii
zijn. Als het niet fluoresceert, dan kan het toch een schimmel zijn, maar dan
een die
endothrix groeit. Dit
komt in Nederland steeds vaker voor. Klinisch past bij deze schimmels het beeld
van kale plekken waarin gezwollen stompjes van afgebroken haren zichtbaar zijn
(black dot-type tinea capitis). De schimmels die endothrix groeien zijn
T. tonsurans,
T. violaceum,
T. soudanese,
T. gourvilli,
T. yaoundei en soms ook
T. verrucosum (ook ectothrix) en
T. rubrum (ook ectothrix). Een KOH preparaat van de haren moet lang
liggen (minstens half uur). Ziet men sporen in het haar dan is het endothrix.
T. verrucosum is te herkennen aan grote arthrosporen en kan ook in
een haar groeien (zie onder
KOH-diagnostiek.
Het directe onderzoek met de Wood's lamp heeft niet alleen nut voor de diagnostiek
maar ook voor de behandeling (zie hieronder). Bij groene fluorescentie zou het
bijvoorbeeld
M. canis kunnen zijn, die niet zo goed op terbinafine
reageert. Over het algemeen is terbinafine het eerste keuze middel bij tinea
capitis, maar als het een
M. canis is dan heeft griseofulvine (indien
beschikbaar) of itraconazol de voorkeur.
De versimpelde interpretatie
hiervan is:
- Wood's lamp negatief (niet groen): geef terbinafine
- Wood's
lamp positief (groen): het kan Mycosporum canis zijn, geef griseofulvine (indien
beschikbaar) of itraconazol.
Therapie:Tinea
capitis moet altijd systemisch worden behandeld omdat lokale middelen niet goed
doordringen in de haarfollikels. Lokale middelen zoals ketoconazol gel of shampoo,
of Selsun shampoo kunnen wel toegevoegd worden aan de behandeling. Sinds de
jaren 50 is griseofulvine de standaardbehandeling voor tinea capitis. Het nadeel
van griseofulvine is de lange behandelduur (6-12 weken), de bijwerkingen en
het feit dat het niet meer overal verkrijgbaar is. De nieuwere middelen terbinafine,
itraconazol en fluconazol zijn even effectief bij Trichophyton species, met
een kortere behandelduur. Bij Microsporum species is griseofulvine superieur
aan terbinafine. Bij Microsporum kunnen echter ook itraconazol of fluconazol
worden voorgeschreven, deze werken evengoed als griseofulvine.
R/ terbinafine
1 dd 250 mg gedurende 4-8 weken. Kinderen 4-6 mg/kg/dag. Niet danwel beduidend
minder effectief tegen M. canis en andere Microsporum soorten. Bij groene fluorescentie
dus niet kiezen voor terbinafine. In dubbele dosering is de effectiviteit t.o.v.
Microsporum iets beter, maar de andere alternatieven (itraconazol, fluconazol,
grisefulvine) hebben dan toch de voorkeur. Er zijn aanwijzingen dat voor endothrix
groeiende schimmels zoals
T. tonsurans (fluorescentie negatief) terbinafine
effectiever is dan itraconazol. Globaal doseringsadvies:
10-20 kg: 62.5 mg
20-40 kg: 125 mg
> 40 kg: 250 mg
R/ itraconazol 1 dd 100 mg gedurende
4-8 weken.
Bij kinderen 5 mg/kg/dag (off-label, niet geregistreerd voor deze
indicatie). Kinderen vanaf 6 jaar of vanaf 20 kg mogen de volwassen dosering
(100 mg) gebruiken.
R/ Trisporal (itraconazol) drank (OS) 10 mg/ml, 150 ml,
1 dd 5 mg/kg.
Omdat Trisporal drank (orale solutie) volgens de bijsluiter
niet aan kinderen mag worden gegeven is er destijds een LNA bereidingsvoorschrift
uitgegeven voor capsules die door de apotheek zelf bereid konden worden (0.5-2
jaar: 1 dd 1 caps à 39 mg; 2-6 jaar: 1 dd 1 caps à 62.5 mg; 6-12 jaar: 1 dd
1 caps à 100 mg). Inmiddels is duidelijk dat de drank wel off-label mag worden
voorgeschreven aan kleine kinderen. Het kinderformularium adviseert de drank
boven de capsules omdat de opname uit de drank stabieler is.
R/ fluconazol
caps à 50, 150 of 200 mg; suspensie 10 of 40 mg/ml, 35 ml.
Bij kinderen 6
mg/kg/dag (niet geregistreerd voor deze indicatie, wel geregistreerd voor b.v.
spruw bij kleine kinderen).
1-3 jaar (10-15 kg): 60-90 mg per dag, b.v. 1
dd 1.5-2 ml 40 mg/ml suspensie, of 1 dd 1-2 tab à 50 mg.
3-6 jaar (15-20
kg): 90-120 mg per dag, b.v. 1 dd 3 ml 40 mg/ml suspensie, of 1 dd 1 tab à 150
mg.
6-10 jaar (20-30 kg): 120-150 mg per dag, b.v. 1 dd 3 ml 40 mg/ml suspensie,
of 1 dd 1 tab à 150 mg.
> 10 jaar (> 30 kg): 150 mg per dag, 1 dd 1
tab à 150 mg.
R/ griseofulvine 500 mg dd (zonodig 1 g) in 1-4 doses,
gedurende 6-8 weken, zonodig langer. Kinderen: 10-20 mg/kg/dag. In de internationale
literatuur wordt geadviseerd om hoog (20 mg) te doseren. Innemen met vetrijk
voedsel en/of melk. Beschikbaar in 125 mg of als drankje van 25 mg/ml (Fagron).
Griseofulvine was vroeger enig middel en eerste keus als oraal antimycoticum
voor haren en nagels. Na de introductie van de moderne antimycotica itraconazol
en terbinafine, die minder bijwerkingen hebben, is de omzet van griseofulvine
gedaald en is op een gegeven moment zelfs de 500 mg tablet van de markt gehaald.
In omliggende landen, waaronder de VS, is griseofulvine echter nog steeds eerste
keus bij tinea capitis bij kinderen. In veel landen is het ook het enige geregistreerde
middel. Maar er zijn ook landen, met name in Europa, waar grisofulvine gewoon
niet meer leverbaar is. Ook in Nederland zijn er soms problemen met de beschikbaarheid.
Ondanks de bijwerkingen (m.n. misselijkheid) heeft griseofulvine nog steeds
een plaats bij de behandeling van tinea capitis bij kinderen. Recente studies
tonen aan dat voor de meeste trichophyton soorten ook evengoed terbinafine,
traconazol of fluconazol kan worden gegeven, maar bij infectie met Microsporum
is er twijfel over de effectiviteit van terbinafine. Bij groene fluorescentie
door UV-licht dus altijd griseofulvine of itraconazol of fluconazol kiezen,
en geen terbinafine.
R/ griseofulvine tab à 125 mg.
R/ griseofulvine suspensie
25 mg/ml.
< 1 jaar (< 10kg): 125 mg per dag, b.v. 1 dd 5 ml (= 125
mg), of 1 dd 1 tab à 125 mg.
1-3 jaar (10-15 kg): 200-300 mg per dag, b.v.
1 dd 10 ml (= 250 mg), of 1 dd 2 tab à 125 mg.
3-6 jaar (15-20 kg): 300-400
mg per dag, b.v. 1 dd 15 ml (= 375 mg), of 1dd 3 tab à 125 mg.
6-10 jaar
(20-30 kg): 400-500 mg per dag, b.v. 1 dd 15-20 ml (= 375-500 mg), of 1 dd 3-4
tab à 125 mg.
> 10 jaar (> 30 kg): 500 mg per dag, b.v. 1 dd 4 tab
à 125 mg of 2 dd 2 tab à 125 mg.
De dosering mag ineens worden ingenomen,
dat bevordert ook de therapietrouw omdat langdurige behandeling nodig is. Bij
misselijkheid verdelen over 2 of meer giften.
Als ondersteunende
behandeling, tegen verspreiding sporen:R/ ketoconazol hoofdgel
(60 ml), of bij kort haar plekken insmeren met ketoconazol of miconazol creme.
R/ Selsun shampoo (60/120 ml) of betadine jodium shampoo (120 ml).
Antimycotica bij Microsporum canis: genezingspercentages |
naam |
sterkte |
dosis |
duur |
cure |
ref |
griseo-
fulvine |
tab
125 mg susp 25 mg/ml |
20
mg/kg |
6-8
wk |
90%
88% 76% |
1,
2, 4 11 12 |
fluco- nazol |
susp 10 mg/ml |
6 mg/kg |
4-8 wk |
78% |
12 |
itra- conazol |
caps susp |
5 mg/kg |
4-8 wk |
100% |
1,7 |
terbi- nafine |
tab |
10-20 kg 62.5 mg
20-40 kg 125 mg > 40 kg 250 mg |
4 wk 8 wk |
<10% 62% |
1,4 11 |
terbi- nafine |
tab |
10-25 kg 125 mg >
25 kg 250 mg |
8-12 wk |
30% |
2 |
|
|
|
|
|
|
Antimycotica bij Trichophyton spp: genezingspercentages |
naam |
sterkte |
dosis |
duur |
cure |
ref |
griseo- fulvine |
tab 125 mg susp
25 mg/ml |
20 mg/kg |
6 wk |
92% |
3 |
fluco- nazol |
susp 10 mg/ml |
6 mg/kg |
2 wk |
84% |
3 |
itra- conazol |
caps susp |
5 mg/kg |
2 wk |
86% |
3 |
terbi- nafine |
tab |
10-20 kg 62.5 mg
20-40 kg 125 mg > 40 kg 250 mg |
2 wk |
94% |
3,9 |
Referenties
1. |
Johnston KL, Chambliss ML, DeSpain J. What
is the best oral antifungal medication for tinea capitis? J Fam
Pract 2001;50:206-207. |
2. |
Koumantaki E, Kakourou T, Rallis E, Riga
P, Georgalla S. Doubled dose of oral terbinafine is required for
Microsporum canis tinea capitis. Ped Dermatol 2001;18:339-342. |
3. |
Gupta AK, Adam P, Dlova N, et al. Therapeutic
options for the treatment of tinea capitis caused by trichophyton
species: griseofulvin versus the new oral antifungal agents, terbinafine,
itraconazole, and fluconazole. Pediatric Dermatology 2001;18:433-438. |
4. |
Sogair SA, Hay RJ. Fungal infection in Children:
tinea capitis. Clinics in Dermatology 2000;18:679-685. |
5. |
Fuller LC, Smith CH, Cerio R, et al. A randomized
comparison of 4 weeks of terbinafine vs. 8 weeks of griseofulvin
for the treatment of tinea capitis. British Journal of Dermatology
2001;144:321-327. |
6. |
Möhrenslager M, Korting HC, Seidl HP, Ring
J, Abeck D. Tinea capitis, therapieoptionen im post-griseofulvin-zeitalter.
Hautarzt 2002;53:788-794. |
7. |
Gupta AK, Ginter G. Itraconazole is effective
in the treatment of tinea capitis caused by microsporum canis. Pediatric
Dermatology 2001;18:519-522. |
8. |
Romano, Gianni C, Papini M. Tinea capitis
in infants less than 1 year of age. Pediatric Dermatology 2001;18:465-468. |
9. |
Friedlander SF, Aly R, Krafchik B, et al.
Terbinafine in the treatment of Trichophyton tinea capitis: a randomised,
double-blind, parallel-group, duration-finding study. Pediatrics
2002;109:602-607. |
10. |
Elewski BI. Tinea capitis: a current perspective.
JAAD 2000;42:1-20. |
11. |
Lipozencic J, Skerlev M, Orofina-Costa R,
et al. A randomized, double-blind, parallel group, duration finding
study of oral terbinafine and open-label, high dose griseofulvin
in children with tinea capitis due to Mircosporum species. Br J
Dermatol 2002;146:815-823. |
12. |
Dastghaib L, Azizzadeh M, Jafari P. Therapeutic
options for the treatment of tinea capitis: griseofulvin versus
fluconazole. J Dermatolog Treat 2005;16:43-46. |
13. |
LCI Protocollen infectieziekten: tinea capitis.
RIVM 2012. |
14. |
Seebacher C, Abeck D, Brasch J, et al. Tinea
capitis. Guideline. J Dtsch Dermatol Ges. 2006 Dec;4(12):1085-1091. |
15. |
Fuller LC, Child FJ, Midgley G, Higgins EM.
Diagnosis and management of scalp ringworm. BMJ 2003;326;539-541. |
15. |
Foster KW, Friedlander SF, Panzer H. A randomized
controlled trial assesing the efficacy of fluconazole in treatment
of pediatric tinea capitis. J Am Acad Dermatol 2005; 53:798-809. |
17. |
López-Gómez S, Del Palacio A, Van Cutsem
J, Soledad Cuétara M, Iglesias L, Rodriguez-Noriega A. Itraconazole
versus griseofulvin in the treatment of tinea capitis: a double-blind
randomized study in children. Int J Dermatol 1994;33:743-747. |
18. |
Bennassar A, Grimalt R. Management of tinea
capitis in childhood. Clinical, cosmetic and investigational
dermatology (CCID) 2010;3:89-98. |
19. |
Gupta AK, Cooper EA, Ginter G. Efficacy and
safety of itraconazole use in children. Dermatol Clin 2003;21(3):521-535. |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.