De haargroei verloopt in fasen. Het is een cyclisch proces gekenmerkt door een
groeifase (
anagene fase), overgangsfase (
katagene
fase), en een rustfase (
telogene fase).
Aan het eind van de rustfase valt het haar spontaan uit. In de haarfollikel
is dan al een nieuwe haar aanwezig, deze is in de groeifase en groeit na ongeveer
drie weken door de huid heen naar buiten. Het haargroeiproces begint dan weer
van voren af aan met de groei- overgangs- en rustfase. Dit proces noemt men
de haarcyclus. De groeifase op de behaarde hoofdhuid duurt 4 tot 6 jaar, terwijl
de groeisnelheid ongeveer 0.35 mm tot 1 cm per maand is. De overgangsfase duurt
ongeveer 14 dagen en de rustfase 3 tot 4 maanden. Aan het eind van de rustfase
laten de haren gemakkelijk los en vallen spontaan uit of laten los door kammen,
borstelen of wassen. Normaliter verliest een volwassene 50 tot 100 hoofdharen
per 24 uur en verkeert ongeveer 80% van alle hoofdharen in de groeifase. Er
kunnen omstandigheden optreden waardoor haren stoppen met groeien en overgaan
in de telogene fase, waarna ze vervolgens gaan uitvallen. Dit type
diffuse haaruitval wordt ookwel
telogeen effluvium
genoemd. Zou men een trichogram maken dan zijn er relatief meer telogene haren.
|
|
|
diffuse
haaruitval |
diffuse
haaruitval |
diffuse
haaruitval |
Bij
pasgeboren baby's is telogeen effluvium fysiologisch. Alle haren lopen nog synchroon
en vallen tegelijkertijd uit. Bij zwangeren komt ook telogeen effluvium voor,
onder hormonale invloed gaan alle haren over van de groeifase naar de telogene
fase.
Acuut telogeen haarverlies wordt meestal
veroorzaakt door aandoeningen waarbij alle lichaamscellen schade of groeivertraging
oplopen, zoals ernstige ziekte, hoge koorts, ondervoeding, grote operaties,
bloedverlies, bevalling, grote hormonale veranderingen, toxische medicatie (chemotherapie),
radiotherapie, ernstige stress. Dit type haaruitval herstelt na het wegnemen
van de oorzaak meestal weer spontaan.
Chronisch telogeen
haarverlies, gedefinieerd als geleidelijke diffuse haaruitval,
langer dan 6 bestaand wordt meestal veroorzaakt door mildere en chronische aandoeningen,
of deficiënties. Het wordt o.a. gezien bij schildklieraandoeningen (hyperthyreoidie
en bij hypothyreoidie), diabetes, auto-immuunziekten (SLE, dermatomyositis,
arteritis temporalis), ijzer en ijzer-gebreksanemie, ondervoeding en malnutritie
syndromen, deficiënties van zink, mineralen, essentiële vetzuren, biotine, na
stoppen OAC, bij oestrogeensuppletie, post-menopauzaal, nierinsufficiëntie,
leverfunctiestoornissen, HIV en AIDS, en bij maligniteiten. Ook geneesmiddelen
kunnen haaruitval veroorzaken, o.a. cytostatica, anticoagulantia, ß-blokkers,
geslachtshormonen, ACE-remmers, angiotensine-II-antagonisten, cholesterol verlagende
middelen, lipiden verlagende middelen, antidepressiva, corticosteroïden, NSAID's,
antimycotica, protonpompremmers, anti-epileptica, en vele andere (zie onder
haaruitval door geneesmiddelen).
DD: alopecia
androgenetica,
alopecia areata,
tractie alopecia,
trichotillomanie,
cicatriciële alopecia (zie ook
onder
haaruitval en alopecia)
Diagnostiek:Anamnese op onderliggende oorzaken. Trektest
(toegenomen aantal haren, vooral telogeen, op elke plek hoofdhuid). Trichogram
(> 25% van de haren in de telogene fase). Zie voor details de tekst
Gezond en Ziek
haar van mw. J.D.G. Peereboom-Wynia (PDF). Onderzoek naar onderliggende
oorzaken, op geleide van de anamnese. Hb, Leuko's, leukodiff, BSE. IJzer en
ferritine. Na, K, kreat, glucose, totaal eiwit. TSH. ANA. Vitaminen en mineralen
(zink). Bij vrouwen bij verdenking op hormonale afwijkingen hormonale screening.
Therapie:Telogeen effluvium gaat meestal vanzelf over
als de oorzaak wordt weggenomen. Verdachte medicatie staken. Suppletie van ijzer
kan soms helpen. Vitamine tekorten als oorzaak van haarverlies zijn in de westerse
wereld zeldzaam. Over het algemeen is er weinig te doen aan telogeen effluvium.
Het haarverlies kan flinke psychologische schade veroorzaken. Patiënten kunnen
er erg van schrikken als er opeens grote bossen haar tegelijk loskomen en in
borstels en kammen blijven hangen. Dat wil nog niet zeggen dat er ook kale plekken
gaan ontstaan. Het kan geruststellend zijn om uit te leggen dat de oude haren
er uitgeduwd worden door nieuwe haren, die nog klein en dun zijn, en dat het
vaak weer herstelt. Als het niet meer geheel herstelt (na chemotherapie kan
dit voorkomen, en na ernstige doorgemaakte ziekten) dan is er nog de optie van
camouflage met haarstukjes, pruiken, haarverf of hoofdhuid kleurspray.
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.