Toxoplasmose wordt veroorzaakt door de eencellige
parasiet
Toxoplasma gondii. Deze parasiet komt voor bij
katachtigen maar kan worden overgedragen op mensen en op andere
dieren. De kat is het enige reservoir, alleen bij katten komt het stadium van
de parasiet voor waarbij oöcysten worden gevormd. Mensen kunnen de besmetting
niet op elkaar overdragen, maar wel kan een besmette zwangere de parasiet via
de placenta overdragen op het ongeboren kind, soms met ernstige gevolgen (afhankelijk
van het moment in de zwangerschap waarop dit gebeurt). Er zijn meer infecties
die afwijkingen bij het ongeboren kind kunnen veroorzaken. Hiervoor wordt het
acronym
TORCH gebruikt:
Toxoplasmose,
Overige (syphilis, parvovirus B19 (vijfde ziekte), varicella
zoster virus, lymphocytic choriomeningitis (LCM) virus, human immunodeficiency
virus (HIV), Zika virus, West Nile virus, adenovirus, hepatitis E virus),
Rubella,
Cytomegalovirus,
Herpes
(simplex) virus.
Toxoplasma bevindt zich in de darmwand van katten en
produceert daar oöcysten die via de kattenpoep in het milieu terechtkomen en
daar heel lang kunnen overleven. Voornamelijk jonge katten zijn een besmettingsbron.
Via besmette voeding (bijvoorbeeld sla uit de moestuin), of werken in de tuin,
of verschonen van de kattenbak, of spelen in een zandbak raakt de mens besmet.
In de mens of in andere tussengastheren ontwikkelen de eitjes zich tot banaanvormige
eencellige vormen van de parasiet,
tachyzoiet genaamd,
die zich in alle weefsels verspreiden. Het afweersysteem kapselt de parasieten
in, dit stadium heet een
bradyzoiet. Deze bradyzoïeten
vermenigvuldigen zich niet meer maar kunnen jaren, tot levenslang, overleven. Vlees
kan ook besmet zijn met bradyzoïeten, als dat rauw gegeten wordt door andere
dieren of door de mens ontstaan weer nieuwe tachyzoïeten in de nieuwe gastheer.
Daarom moeten
zwangeren geen rauw vlees eten, goede
hygiene betrachten, niet de kattenbak verschonen, groenten goed wassen en uit
de buurt blijven van zandbakken met kattenuitwerpselen. In Nederland heeft circa
40 procent van de bevolking antilichamen tegen Toxoplasma en dus een infectie
doorgemaakt, maar meestal pas op latere leeftijd (tussen de 25 en 44 jaar).
Ziekteverschijnselen bij de mens Een Toxoplasma-infectie
kan symptoomloos verlopen. Soms zijn er milde en niet specifieke klachten zoals
moeheid, lusteloosheid, soms wat koorts of een rash. Soms ontstaat een op de
ziekte van Pfeiffer lijkend beeld met lymfadenopathie, spierpijn, lever- en
miltvergroting. Bij ernstig gestoorde afweer (HIV, leukemie, chemotherapie,
beenmergtransplantatie) kunnen ernstige infecties ontstaan met oogontsteking,
longontsteking, hersenvliesontsteking, hersenabcessen en (zeldzaam) cutane toxoplasmosis.
Huidafwijkingen bij toxoplasmoseToxoplasmose kan een
maculopapuleus exantheem veroorzaken, en
ook
acute urticaria. Verder staat het in
de DD van lymfadenopathie,
lymfopenie en
wordt het genoemd als mogelijke oorzaak van
koude-agglutininen, neonatale leukemia
cutis, en parasitaire polymyositis. Bij immuundeficiëntie kan ook een
cutane toxoplasmose ontstaan, met een rash bestaande
uit 3-4 mm grote macula en papulae waarin histologisch en met PCR toxoplasma
kan worden aangetoond.
Therapie:In ernstige gevallen:
R/ pyrimethamine 1 dd 50 mg + sulfadiazine 4 dd 1000 mg + folinezuur 1 dd 15
mg gedurende 4 tot 6 weken.
R/ pyrimethamine 1 dd 50 mg + clindamycine iv
4 dd 600 mg + folinezuur 1 dd 15 mg gedurende 4 tot 6 weken.
R/ atovaquon
(antimalaria middel) 2 dd 1500 mg gedurende 4 tot 6 weken.
Referenties
1. |
Rand AJ, Buck AB, Love PB, Prose NS, Selim
MA. Cutaneous acquired toxoplasmosis in a child: a case report and
review of the literature. Am J Dermatopathol 2015;37(4):305-310. |
2. |
Stichting Werkgroep Antibioticabeleid
(SWAB).
www.swab.nl |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.