Bij
urticaria wordt vaak geen oorzaak gevonden. In
het verleden werden kostbare screeningsprogramma's losgelaten op alle patiënten
met urticaria, met teleurstellend weinig relevante resultaten. Het huidige beleid
is dat men bij
acute urticaria (< 6 weken bestaand)
een afwachtend beleid voert, en bij
chronische urticaria
(> 6 weken bestaand) een beperkt routine bloedonderzoek doet (Hb, leuko's
+ diff, BSE), plus een dermografie test (meest voorkomende vorm van fysische
urticaria) plus aanvullende diagnostiek alleen op basis van concrete verdenkingen
blijkend uit anamnese en onderzoek.
Voor de anamnese kan men gebruik
maken van een
gestructureerde vragenlijst:
-
Urticaria vragenlijst
(PDF)-
Toelichting op
de vragenlijst voor patiënten (PDF) -
Toelichting
op de vragenlijst voor artsen, interpretatie van de antwoorden (PDF)
-
English version
of the urticaria questionnaire (PDF) ONDERZOEK BIJ ACUTE
URTICARIA (KORTER DAN 6 WEKEN BESTAAND)Meestal wordt deze patiëntengroep
door de huisarts niet doorverwezen naar de dermatoloog, tenzij de reactie hevig
is. Bij een korter dan 6 weken bestaande urticaria, zonder al te extreme klachten
kan men besluiten (nog) geen bloedonderzoek te doen, of zeer beperkt (routinematig
Hb, leuko's + diff, BSE, aanvullend onderzoek uitsluitend op basis van de anamnese).
Geef wel de vragenlijst mee, leg uit dat de aandoening hoewel hinderlijk meestal
onschuldig is, verbied alle analgetica, verstrek een antihistaminicum en maak
een controle-afspraak. Vaak is namelijk geen laboratoriumonderzoek nodig, een
uitgebreide anamnese geeft veel meer informatie. Bij hevige reacties kan het
uiteraard wel zinvol zijn direct uitgebreide diagnostiek te doen, om snel geïnformeerd
te raken over eventuele behandelbare oorzaken.
ONDERZOEK
BIJ CHRONISCHE URTICARIA (LANGER DAN 6 WEKEN) Het ongericht aanvragen
van 'screenend' laboratoriumonderzoek bij chronische urticaria levert zelden
meer op dan bevestiging van reeds uit de anamnese gebleken afwijkingen. Het
is raadzaam het onderzoek te faseren en in eerste instantie te beperken tot
de volgende routine bepalingen: Hb, Ht, leuko's + diff, eo's, een B.S.E., en
het testen op dermografie (zonder antihistaminica). Eventueel leverfuncties
(OT, PT, gamma-GT), totaal IgE en Phadiatop. Bij het tweede consult op grond
van uitslagen het laboratoriumonderzoek uitbreiden, bv:
-BSE verhoogd: herhalen
na 2-4 weken, verklaring zoeken.
-eosinofielen verhoogd: faeces op parasieten,
IgE-RAST voedingsmiddelen-pakket, geneesmiddelen?
-OT, PT, gamma-GT hoog:
alcohol? hepatitis? (HBsAg, anti-HBs).
-Hb, Ht verlaagd: onderzoek naar maligniteiten
en interne ziekten.
-leukocytose: onderzoek naar infectieziekten.
-totaal
IgE verhoogd: RAST-pakket A en specifieke antigenen (ter ondersteuning van uit
anamnese gebleken allergie).
Indien gezien de duur, de hevigheid, de
aard van de klachten (bijvoorbeeld angio-oedeem, artralgiën, koorts, syncope),
de gevonden afwijkingen bij routine onderzoek, of gerezen verdenkingen het raadzaam
wordt geacht een uitgebreider screeningsprogramma uit te voeren (zo veel mogelijk
poliklinisch) kan een keuze gemaakt worden onderstaande lijst:
AANVULLEND, GERICHT ONDERZOEK BIJ CHRONISCHE URTICARIA
Niet zonder meer aanvragen bij elke patiënt, maar wel als er reëel aan gedacht
wordt op grond van anamnese, symptomen, of eerder labonderzoek. Soms is ook
een intern onderzoek zinvol.
Fysische urticariaProvocatieproeven
(zie afzonderlijke hoofdstukken).
Virale infecties
Hepatitis B (m.n.in prodromale fase urticaria; HBsAg, anti-HBs), EBV (m.n. in
prodromale fase angio-oedeem), Mononucleosis infectiosa (monosticon), Coxsackie
A9/B5 (blaasjesvocht, keeluitstrijk, faeces).
IgE-gemedieerde
urticaria RAST-pakket A en voedingsmiddelen-pakket, andere specifieke
allergenen op grond van anamnese.
Bacteriële infecties
Tandwortelgranuloom (consult tandarts, X-gebit), streptokokken (?) (keeluitstrijk,
AST), X-sinus. Abnormale darmflora (faeceskweek, SSYC). De relatie met chronische
urticaria is gebaseerd op case reports, en kan ook indirect zijn (b.v. door
gebruik pijnstillers bij kiespijn, keelpijn, of hoofdpijn). Uiteraard wel aanvragen
bij hoofdpijn, kiespijn of andere concrete klachten, maar niet standaard bij
iedereen.
Parasitaire infectiesAscaris, Ancylostoma,
Trichomonas, Schistosoma (urine),
Enterobius (plakbandmethode),
Plasmodium falciparum (dikke druppel),
Trichinella,
Toxocara
en
Toxoplasmose (serologie),
Ecchinococcus (serologie),
Fasciola hepatica (faeces, serologie),
Strongyloides, Blastocystis
hominis (faeces op wormeieren en cysten, serologie). Zie onder
parasitaire infecties.
Immuuncomplexen, vasculitis Circulerende immuuncomplexen,
(C1q bindingstest), IgG, IgA, IgM verhoogd. Gefaseerd complementprofiel (C4,
CH50, C3d) (C3, C5) verlaagd. Cryoglobulinen. LE- en reuma-serologie (zeker
bij gewrichtsklachten):
ANA, anti-dsDNA, AST, (CRP), reumafactor. Urine op
eiwit, Hb, sediment. Serum op Na, K, kreat, ureum. IF-biopt huidlaesie: depositie
van IgM, IgG, IgA, C1q, C4, C3, fibrinogeen
Auto-immuunthyreoiditis
TSH, T3, T4 etc, antimicrosomale antistoffen.
Maligniteiten
Lymfomen, Hodgkin, acute leukemieën (AML), lymfosarcoom, reticulosarcoom (Hb,
HT, leukodiff, AF, biopten, beeldvormend onderzoek, beenmerg-punktie, etc.),
coloncarcinoom (faeces benzidine, CEA, AFP).
Koude urticaria
Cryoglobulinen, cryofibrinogeen, koude hemolysinen, alfa-1-antitrypsine (laag),
lues serologie, monosticon, leuko's (hoog), ANF, agarelektroforese serum.
Paraproteinen(Immuno-)elektroforese serum (M-proteine
screening), eiwit in urine, IgG,A,M (hoog), Hb (laag).
Urticaria
solaris (voor de Diff. Diagnose:)LE-serologie, porphyrinen in 24
uurs urine, fototesten.
PolymyositisCPK, aldolase,
ALAT, ASAT, LDH (hoog), BSE (hoog), myoglobine in urine (hoog), LE- en reuma-serologie.
Druk urticariaBSE (hoog), leuko's (hoog), IgE (hoog)
SarcoidoseBSE (hoog), AF (hoog), ALAT/ASAT (soms hoog),
Ca (hoog) IgG (hoog), ACE (hoog), lysozym (hoog), recall antigenen test (negatief),
röntgenfoto, galliumscan.
Hereditair angio-oedeem
C4, en indien dat lager dan 37% is: C1-inhibitor.
Amyloidose
(syndr.v. Muckle and Wells)AF, biopten, eiwit in urine, elektroforese
serum en urine. Zie ook onder
Muckle-Wells syndroom.
MastocytoseAF, Ca, fosfaat, Hb,
Ht, Leuko's + diff, handdiff, huidbiopt, serumtryptase, (zie onder
urticaria pigmentosa). Onderzoeken op
hepatosplenomegalie. Zonodig echo lever, leverenzymen, PTT, cholesterol, triglyceriden.
Bij verdenking op systemische vorm skeletfoto's, in overleg met hematoloog beenmergpunctie,
evt endoscopie.
Chronische idiopathische urticaria
Autoloog serum huidtest, antistoffen
tegen de IgE receptor.
Referenties
1. |
Mekkes JR, Bos JD. Urticaria en erythemen.
In: van Vloten WA, et al. Dermatologie en Venereologie. Utrecht
1992, Wetenschappelijke Uitgeverij Bunge. Pagina 124-89. |
2. |
Kozel MM, Mekkes JR, Bossuyt PM, Bos JD.
Natural course of physical and chronic urticaria and angioedema
in 220 patients. J Am Acad Dermatol 2001;45:387-391. |
3. |
Kozel MMA, Chloé Ansari Moein M, Mekkes JR,
Meinardi MMHM, Bossuyt PMM, Bos JD. Evaluation of a clinical guideline
for the diagnosis of physical and chronic urticaria and angioedema.
Acta Derm Venereol 2002;82:270-274. |
4. |
Kozel MM, Bossuyt PM, Mekkes JR, Bos JD.
Laboratory tests and identified diagnoses in patients with physical
and chronic urticaria and angioedema: A systematic review. J Am
Acad Dermatol 2003;48:409-416. |
5. |
Kozel MMA, Mekkes JR, Bossuyt PMM, Bos JD.
Diagnostisch beleid bij patiënten met chronische urticaria. Ned
Tijdschr Dermatol Venereol 2000;10:220-225. |
6. |
Kozel MMA, Mekkes JR, Bossuyt PMM, Bos JD.
Urticaria: een zinvolle benadering. Ned Tijdschr Dermatol Venereol
2000;10:344-346. |
7. |
NVDV Richtlijn chronische urticaria 2015.
(PDF) |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.