Een
vasculitis is een beschadiging van de vaatwand
ten gevolge van een inflammatoir proces. Het kan in elk kaliber vaten optreden.
Het wordt vaak gezien in de huid (
cutane vasculitis)
en de nieren (
glomerulonefritis), maar kan in principe
overal in het lichaam en in elk orgaan optreden (
systemische vasculitis).
Het belangrijkste mechanisme waardoor vasculitis ontstaat is
immuuncomplexdepositie.
Immuuncomplexen worden gevormd in de bloedbaan en kunnen neerslaan in vaten,
vooral de kleinste vaatjes, zoals de arteriolen en capillairen van de huid en
in de nieren, en ze slaan vooral neer op de laagste punten van de bloedbaan
waar de stroomsnelheid het laagst is. Daarom zit vasculitis vaak aan de onderbenen,
voeten of tenen, of aan de vingers. De immuuncomplexen worden uiteindelijk opgeruimd
door leukocyten en macrofagen. Bij het opruimen van de immuuncomplexen kan de
vaatwand beschadigd raken. Hierdoor ontstaat lekkage maar ook bloedstolsels
in het vat. Bij patiënten die ook een stollingsstoornis hebben (
hypercoagulabiliteit)
kan uitgebreide occlusie van vaten optreden, met als gevolg necrose van de huid
en andere organen.
Klinisch beeld:De term vasculitis omschrijft geen duidelijk
klinisch afgegrensd beeld maar een heterogene groep aandoeningen gekenmerkt
door beschadiging van de vaatwand. Vele efflorescenties zijn mogelijk: purpura
(niet wegdrukbaar erytheem, palpabele purpura), petechiën, ecchymosen, erythemateuze
maculae, papulae, of plaques, urticaria en angio-oedeem, urticariële vasculitis,
vesikels, pustels, bullae, cutane noduli en nodi, necrose, ulcera, infarcering,
livedo reticularis, pyoderma gangrenosum achtige lesies, EEM-achtige lesies
(target lesies), en Sweet-syndroom achtige lesies. Intern kunnen vele andere
organen zijn aangedaan: nieren, gewrichten, centraal zenuwstelsel, hart, maagdarmkanaal,
ogen, longen, etc.
|
|
|
|
|
purpura |
ecchymosen |
macula |
papels |
urticaria |
|
|
|
|
|
pustels |
bullae |
nodi |
ulcera |
livedo |
|
|
|
|
|
pyoderma |
EEM |
Sweet |
purpura |
menigitis |
Indeling van de vasculitidenEr zijn vele indelingen
mogelijk, bijvoorbeeld op grond van:
Grootte van de aangedane
vaten: small vessels (kleine arterietakjes, arteriolen, capillairen,
venulen), medium size vessels (zoals a. renalis, hepatica, coronaria, mesenterica),
of large vessels (aorta, a. temporalis).
Type infiltraat:
polymorfonucleair met leukocytoclasie (o.a. leukocytoclastische
vasculitis, Henoch-Schönlein purpura, erythema elevatum diutinum,
Sweet syndroom, erythema nodosum (vroege
fase), polyarteritis nodosa);
lymfocytair (toxicodermie,
EEM, erythema nodosum (late fase), pityriasis lichenoides acuta, dysproteinurie,
macroglobulinemie, malignant atrophic papulosis, perniosis, pyoderma gangrenosum,
LE);
granulomateus (Wegener, Churg-Strauss, Lepra,
Syphilis, TBC, erythema induratum (Bazin), lymfomatoide granulomatosis, eosinophilic
and necrotizing focal granulomas, granuloma faciale, giant cell arteritis, Takayasu's
syndroom, Cogans syndroom, lethal midline granuloma);
eosinofiel
(eosinofiele vasculitis, toxicodermie, Churg-Strauss).
Klinisch
beeld: Een aantal goed omschreven klinische syndromen wordt afgegrensd,
zoals:
cutane leukocytoclastische
vasculitis,
arteritis temporalis,
Takayasu's arteritis,
polyarteritis nodosa,
ziekte van Kawasaki,
Wegeners granulomatose,
Churg-Strauss syndroom,
Henoch Schönlein purpura,
essential (mixed) cryoglobulinaemic vasculitis,
hypergammaglobulinaemic purpura van Waldenström,
(hypocomplementemische)
urticariële
vasculitis,
erythema elevatum
diutinum,
Goodpasture syndroom.
De
Chapel Hill classificatie (consensusbijeenkomst
van reumatologen in 1994) deelt de vasculitiden in naar vaatgrootte, waarbij
ook de belangrijkste klinische entiteiten overzichtelijk kunnen worden ingedeeld.
Te beginnen met de aorta en zijn grote zijtakken. Die kunnen zijn aangedaan
door Takayasu arteritis en arteritis temporalis. Dan de middelgrote tot kleine
arterien. Als cutane verschijnsel kunnen noduli worden gezien, en de ziektebeelden
die dit kunnen veroorzaken zijn polyarteritis nodosa, de ziekte van Kawasaki,
Wegener’s granulomatose, Churg-Strauss syndroom, en microscopische polyangiitis.
Dan de arteriolen, capillairen en venulen, met als cutaan verschijnsel meestal
purpura. Dit wordt meestal veroorzaakt door een leukocytoclastische vasculitis,
beperkt tot de huid. Oude namen daarvoor, die beter niet meer gebruikt kunnen
worden, zijn vasculitis allergica of hypersensitivity vasculitis. Het begrip
hypersensitivity vasculitis wordt nog wel gebruikt voor een cutane leukocytoclastische
vasculitis veroorzaakt door geneesmiddelen. Purpura kunnen echter ook gezien
worden bij Henoch-Schönlein vasculitis en bij essentiële cryoglobulinemie vasculitis,
en bij microscopische polyangiitis, Wegener, en Churg Strauss syndroom.
Pathogenese:De aanleiding is meestal het hechten
aan de vaatwand van circulerende immuuncomplexen (immuuncomplexvasculitis, cryoglobulinemie),
waarbij complementactivatie optreedt. Soms ontstaat complexvorming tegen een
locaal antigeen in de vaatwand (b.v. Goodpasture en Kawasaki syndroom) of in
het weefsel (b.v. meningococcen). Door C5a en C3a aangetrokken leucocyten zijn
vervolgens verantwoordelijk voor de vaatschade. Bij het opruimen (fagocyteren)
van de immuuncomplexen komen o.a. proteasen vrij die de vaatwand aantasten.
Het neerslaan van immuuncomplexen kan geluxeerd worden door vasodilatie en verhoogde
vasopermeabiliteit, door stasis, afknelling, koude (cryoglobulinemie), of verhoogde
viscositeit. Een ander mechanisme is leukocytenactivatie door
ANCA's (o.a. bij Wegener, Churg-Strauss, en microscopische
polyangiitis), gevolgd door adhesie aan de vaatwand.
Histologisch
onderzoek:Soms worden hoog dermaal met erytrocyten gevulde gedilateerde
capillairen gevonden, hetgeen wijst op stuwing of distaal geblokkeerde capillairen.
Verder endotheel proliferatie. Bij echte arteritis zijn verdikte vaatwanden
met fibrine depositie, neutrofiele infiltratie en locale necrose te zien. In
de spleten tussen endotheelcellen is fibrine aantoonbaar dat ook rond de vaten
neerslaat. Ook andere serumeiwitten lekken uit de capillairen, maar fibrinogeen
polymeriseert bij contact met het omliggend bindweefsel (collageen) tot fibrine
en blijft aanwezig. Bij afbraak door het fibrinolytische systeem kunnen chemotactische
splitprodukten worden gevormd. Bij vaatschade wordt endotheelzwelling en erytrocyten
extravasatie gezien. Meestal worden grote hoeveelheden neutrofiele granulocyten,
en kernpuin gezien (leukocytoclasie). Soms wordt een voornamelijk monocytair
infiltraat aangetroffen (lymfocyten, macrofagen), maar het is niet duidelijk
dit een variant is of afhankelijk van het moment van biopteren. Zie ook onder
lymfocytaire vasculitis. Lymfocytaire
infiltraten zouden samengaan met normocomplementaire vasculitis, neutrofielen
met complementverbruik. Grote hoeveelheden eosinofielen kunnen worden aangetroffen
bij varianten als allergische granulomatose. Diverse immunoglobulinen en C3
kunnen worden aangetoond in recente lesies. Een geheel ander beeld wordt gevonden
bij de granulomateuze vormen van vasculitis.
|
|
|
leukocytoclastische
vasculitis |
fibrine
in vaten |
trombocyten
kleuring |
Systemische afwijkingen, systemische vasculitis:
Naast koorts en malaise kunnen diverse organen zijn aangedaan. De
nieren, in wisselende mate variërend van microscopische proteinurie/hematurie
tot ernstige focale, membranoproliferatieve of diffuse proliferatieve glomerulonefritis,
leidend tot acute of chronische nierinsufficiëntie.
Gewrichten:
arthralgiën en soms arthritis (m.n. knie, elleboog, en kleinere gewrichten van
handen en voeten), zowel symmetrisch, asymmetrisch, als verspringend, en voorbijgaand
in dagen of weken. Komt vaak voor, vooral bij Henoch Schönlein, essential mixed
cryoglobulinemie, en bacteriële/virale vasculitis. Diagnostiek: pijn bij beweging,
soms erytheem, oedeem of calor, zelden hydrops, zelden afwijkingen op röntgenfoto.
Tractus digestivus leasies kunnen zich uiten als buikpijn,
misselijkheid en braken, meleana, ileus, haematemesis, intussusceptie, en zelden
darminfarcten en perforatie.
CZS: neurologische verschijnselen
kunnen o.a. zijn voorbijgaande hoofdpijn, dubbelzien, dysphagie, mononeuritis
multiplex, en polyneuropathie, met hypesthesie en paresthesie aan de onderste
extremiteiten.
Ogen: retina vasculitis, conjunctivitis,
keratitis, pseudotumor cerebri.
KNO: infiltraten (bij
granulomateuze vasculitis) Ook
hart (angiitis myocard,
pericarditis) en
longen (asymptomatisch, hoesten,
bloed opgeven) kunnen bij ernstige systemische varianten zijn aangedaan. Soms
ook
hepatitis en
pancreatitis.
Belangrijkste kenmerken van de verschillende typen vasculitis:
Takayasu arteritis is een granulomateuze
arteritis van de aorta en zijn directe aftakkingen. Het komt meestal voor bij
patiënten onder de 50.
Arteritis temporalis
is ook een vasculitis met reuscellen oftewel giant cell arteritis. Het is een
granulomateuze arteritis van de aorta en aftakkingen, met een voorkeur voor
de extracraniële takken, met name de arteria temporalis. Het komt meestal voor
bij patiënten boven de 50 en is vaak geassocieerd met polymyalgia rheumatica.
Polyarteritis nodosa is een necrotiserende
ontsteking van de middelgrote en kleine arterietakjes. Bij de definitie van
de klassieke periarteritis nodosa hoort geen glomerulonefritis, maar in de praktijk
wordt die combinatie toch wel gezien. Er is geen vasculitis in arteriolen, capillairen
of venulen. De
ziekte van Kawasaki is een
arteritis van grote, middelgrote en kleine arterietakjes. Het gaat gepaard met
een lymfadenopathie, vandaar de naam mucocutaan lymfklier syndroom. Het komt
het meest voor bij kinderen onder de 10 jaar, vooral tussen 1 en 2 jaar. Een
van de klinische symptomen is hoge koorts, langer dan 5 dagen durend, andere
verschijnselen zijn een exantheem, kloofjes in de lippen, een rode aarbeientong,
en vervellingen aan de vingertoppen. De
ziekte
van Wegener is een granulomateuze ontsteking van middelgrote en kleine vaten,
vaak gecombineerd met een granulomateuze ontsteking van de longen en een necrotiserende
glomerulonefritis. Er worden frequent
ANCA's
gevonden, vooral c-ANCA. Het
Churg-Strauss
syndroom is een granulomateuze (en eosinofiele) ontsteking van middelgrote
en kleine arteriën gecombineerd met een granulomateuze ontsteking van de longen.
Het is vaak geassocieerd met astma en eosinofile, en er worden frequent ANCA's
aangetroffen, vooral p-ANCA.
Microscopische polyangiitis
is een necrotiserende vasculitis van capillairen, venulen en arteriolen, soms
ook middelgrote arteriën, met weinig tot geen immuuncomplexdepositie, vaak glomerulonefritis,
soms pulmonaire capillaritis, en vaak geassocieerd met ANCA's.
Cryoglobulinemie vasculitis is een
vasculitis van arteriolen, capillairen en venulen, gekenmerkt door de aanwezigheid
van cryoglobulinen. De cryoglobulinen precipiteren met name in de huid en nieren,
en de depositie in de huid kan worden geluxeerd door koude. De meest frequente
oorzaken zijn al genoemd, de ziekte van Kahler bij type I, hepatitis C infectie
bij type II, en chronische inflammatoire aandoeningen waaronder auto-immuunziekten
bij type III.
Henoch-Schönlein purpura
is een vasculitis van arteriolen, capillairen en venulen. Het is een leukocytoclastische
vasculitis met depositie van IgA immuuncomplexen. In het klassieke geval zijn
4 organen aangedaan: de huid, de darmen, de nieren en de gewrichten. Het komt
vooral voor bij jongeren, de helft is onder de 5 jaar, en het is verantwoordelijk
voor 15% van alle nierinsufficienties bij kinderen.
IgA-vasculitis is een overkoepelend begrip. Ook ouderen kunnen een IgA vasculitis
hebben.
Cutane leukocytoclastische
vasculitis komt het meest voor. Klinisch uit zich dit meestal als palpabele
purpura, maar talloze andere manifestaties zijn mogelijk. Histologisch betreft
het een vasculitis van de kleine vaten, dus arteriolen, capillairen en venulen.
De toevoeging cutaan suggereert dat het beperkt is tot de huid, maar dat is
niet altijd zo. Een cutane vasculitis kan onderdeel uitmaken of voorbode zijn
van een systemische vasculitis. Meestal is dat niet het geval, maar aanvullend
onderzoek is nodig om systemische vasculitis uit te sluiten.
Laboratoriumonderzoek voor uitsluiten systemische vasculitis:
Urinesediment, eiwit, glucose, hemoglobine kwalitatief, zonodig
24 uurs-urine op eiwit en kreatinine kwantitatief; faeces op occult bloed, zonodig
endoscopie / gastroscopie; ECG, X-thorax; routine bloedonderzoek: BSE, Hb, Leuko's
+ diff, totaal eosinofielen, Na, K, kreatinine, CPK ALAT, Alkalische fosfatase,
ASAT, GGT, amylase. Op indicatie consult oogarts (retina-afwijkingen?), KNO-arts
of neuroloog (EMG). Op indicatie spierbiopt, nierbiopt, longbiopt, angiografie.
Onderzoek naar onderliggende oorzaken en de differentiaaldiagnose van small
vessel vasculitis: zie onder
leukocytoclastische
vasculitis.
Therapie, algemeen:Bij milde vormen
met weinig schade expectatief. Altijd zoeken naar oorzaken en zomogelijk behandelen.
R/ Topicale steroiden (ulcera: dermovate / flammazine).
R/ acetylsalicylzuur,
NSAID's als pijnstiller en ontstekingsremmer bij ulceraties.
R/ prednison
0.5-1.0 mg/kg (40-60 mg dd); soms megadoses prednison, m.n. bij nierschade.
R/ prednison + azathioprine 1-3 mg/kg (50-200 mg dd); ook combinaties met Endoxan
of Leukeran zijn mogelijk.
R/ dapson 50-200 mg dd (met name bij IgA deposities).
R/ methotrexaat 10-25 mg per week.
R/ ciclosporine 3-5 mg/kg dd.
R/ colchicine
1-3 mg per dag (boven 1 mg verdelen over 2 giften).
R/ cyclofosfamide 2 mg/kg
dd.
R/ intraveneuze immunoglobulinen (
IvIg)
2 g/kg verdeeld over 2-5 dagen, 1 keer per 4 weken.
R/ plasmaferese
R/
immunotherapie mab.
Referenties
1. |
NVDV Richtlijn diagnostiek kleine vaten
vasculitis 2010.
PDF |
2. |
Jennette JC, Falk RJ, Bacon PA, Basu N, Cid
MC, Ferrario F, Flores-Suarez LF, Gross WL, Guillevin L, Hagen EC,
Hoffman GS, Jayne DR, Kallenberg CG, Lamprecht P, Langford CA, Luqmani
RA, Mahr AD, Matteson EL, Merkel PA, Ozen S, Pusey CD, Rasmussen
N, Rees AJ, Scott DG, Specks U, Stone JH, Takahashi K, Watts RA.
2012 revised International Chapel Hill Consensus Conference Nomenclature
of Vasculitides. Arthritis Rheum 2013;65(1):1-11.
PDF |
Auteur(s):dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam
UMC.