VOEDSELALLERGIE home ICD10: Z91.0

IgE-gemedieerde voedingsallergiën kunnen, vooral bij jonge kinderen, constitutioneel eczeem verergeren. Bij volwassenen is voedselallergie zelden de oorzaak van eczeem. Voedings allergenen kunnen hevige acute allergische reacties veroorzaken (zie onder anaphylactische shock), acute en chronische urticaria en angio-oedeem, en vluchtige exanthemen. Additiva, zoals kleurstoffen en conserveringsmiddelen kunnen een via een niet-IgE-gemedieerde voedselovergevoeligheid (intolerantie) ook urticaria en angio-oedeem veroorzaken, en verder contacturticaria, contacteczeem, en astma. Zie ook onder eczema en urticaria.

Therapie:
Eerst dieetmaatregelen, zonodig antihistaminica en/of natriumcromoglicaat voorschrijven.
R/ Nalcrom (cromoglicinezuur) 4 dd 200 mg, kinderen: 4 dd 100 mg. Zonodig verhogen, max 40 mg/kg.

Acute allergische reacties op voedsel
Deze zijn IgE gemedieerd. Een voorafgaande sensibilisatie is voorwaarde. Symptomen: eerst branderige lippen, gezwollen mondkeelholte, vaak urticaria/angio-oedeem, vooral in het gelaat (lippen, oogleden), soms dyspnoe (laryngospasme, larynx oedeem, bronchospasme), misselijkheid met overgeven, darmkrampen, diarrhee, perianaal pruritus of eczeem. Ook acute anaphylactische shock met hypotensie en hartstilstand komt voor. De anamnese is zeer belangrijk en zal bij de acute reacties niet moeilijk zijn. Uitgebreid IgE RAST onderzoek (totaal IgE, screenend atopie-RAST pakket, voedingsmiddelen pakket en specifieke verdachte voedingsallergenen) is nuttig voor de opsporing van andere allergieën en kruisreacties.

Therapie bij anafylactische shock, syncope, bronchospasmen:
1. Roep om hulp, bel het reanimatie team (ziekenhuizen) dan wel 112 (elders).
2. Stop de allergeen expositie indien mogelijk
3. Patiënt plat in bed of op de behandeltafel leggen, zomogelijk de benen iets omhoog (Trendelenburg houding).
4. Geef direct 0.5 mg adrenaline intramusculair in buitenkant bovenbeen (1 ampul = 1 mg = 1 ml) (bij gewicht < 35 kg 0.3 mg)
Herhaal zo nodig deze gift adrenaline intramusculair na 5-15 minuten
De i.m. toediening werkt sneller en beter dan subcutaan inspuiten.
Adrenaline kan ook i.v. worden toegediend (1 mg, 1:10 verdunnen); de kans op bijwerkingen (m.n. aritmieën) is dan groter.
5. Geef clemastine (Tavegil) 2 mg intraveneus in 2-3 min. Kinderen 0.025 mg/kg i.m.
6. Geef dexamethason 0.1 mg/kg lichaamsgewicht intraveneus (max 10 mg), herhaal dit zo nodig na 2-6 uur.
Ook Di-Adreson F aquosum (prednisolon-Na-succinaat, poeder 25 mg + solvens 1 ml) kan worden gegeven. Beginnen met 25-50 mg i.v. (kan ook i.m. of s.c.). Kinderen beginnen met 25 mg of minder (1 mg/kg). Daarna overgaan op oraal prednison indien nog nodig.
7. Geef zuurstof via een masker, tenminste 5 l/min
8. Zorg voor een goede intraveneuze toegangsweg en start infuus 0.9% NaCl. Maximaal 100 ml/min, eerst vullen tot 1 liter.
Indien nog meer vullen nodig is, daarna plasma-expander (6% hydroxyethylzetmeel, 2 zakjes a 500 ml).
Vervolgens indien nodig opnieuw 2 zakjes 0.9% NaCl. Maximaal vullen tot 4 liter.
   
Bij onvoldoende reactie:
1. Geef adrenaline 0.5 - 1 mg intraveneus
2. Start noradrenaline continu intraveneus (alleen onder continue hemodynamische bewaking) (noradrenaline oplossing 5 mg/50 ml, start 5 ml/uur).
3. Geef ranitidine (Zantac) 50 mg intraveneus
4. Bij stridor of bronchospasme vernevelen met 5 mg salbutamol (Ventolin) of opnieuw 1 mg adrenaline toedienen
5. Herstel de circulatie met infusie van kristalloïden.
6. Bij respiratoire insufficiëntie of laryngospasme: intuberen en beademen
herhaal de beoordeling met behulp van het ABCDE-schema


Doseringen kinderen:
R/ adrenaline 0.01 mg per kg lichaamsgewicht, maximaal 0.5 mg per dosis
R/ Tavegyl (clemastine) 0.025 mg per kg
R/ prednison 0.5-1 mg/kg per dag oraal (tabletten fijnwrijven in b.v. yoghurt. Zonodig bij toedieningsproblemen of braken DAF-aquosum (0.5-1 mg/kg) i.v., i.m., of s.c. (eventueel rectaal).
R/ Epipen junior (0.5 mg/ml, 0.3 ml = 0.15 mg).


Voorzorgsmaatregelen:
Bij deze heftige reacties, die meestal onverwacht optreden (thuis, werk, feestjes, restaurants), is het raadzaam een noodpakket / reispakket bij de hand te hebben:
Een Epipen (1 mg/ml, 0.3 ml = 0.3 mg) of Epipen junior (0.5 mg/ml, 0.3 ml = 0.15 mg) voor snelle zelf injectie in het bovenbeen. Of een set met 2 ampullen adrenaline, 2 ampullen Tavegyl, 2 ampullen diadreson F aquosum + solvens, prednison tabletten en anti-histaminica (Tavegyl of Xyzal). Verder spuitjes en naalden.

Combinaties van voedingsmiddelintolerantie en allergische rhinitis

Combinaties van voedingsmiddelintolerantie en allergische rhinitis
1. parabirch syndroom: rhinitis door pollinosis, berkepollen en voedselintolerantie (steenvruchten, noten)
2. parabijvoet syndroom: pollinosis, allergie bijvoet en kruiden (komijn, koreander, anijs, dille, kervel, karwij) en groenten (wortel, venkel,peterselie, selderij).

Het uitzoeken of er een voedselallergie bestaat vergt expertise en aanwezigheid van de juiste test-allergenen.
Adressen in Nederland van centra met superspecialisatie in voedingsallergie:
- Academisch ZH Utrecht (UMCU)
- Academisch ZH Groningen (UMCG)
- Academisch ZH Rotterdam (Erasmus)
- Allergiecentrum Utrecht (Plompetorengracht 22-24, 3512 CD Utrecht, tel 030-2311447)
- DC Klinieken Lairesse (Valeriusplein 11, 1075 BG Amsterdam, tel 088 0100900)


Auteur(s):
dr. Jan R. Mekkes. Dermatoloog, Amsterdam UMC.

31-05-2023 (JRM) - www.huidziekten.nl W3C-html-4.01-valid



Diagnosecodes:
ICD10 Z91.0 Allergie (anamnestisch) uitgezonderd allergie voor geneesmiddelen en biologische substanties: voedselallergie (anamnestisch)
ICD10 Z91.0 Personal history of allergy, other than to drugs and biological substances: history of food allergy
SNOMED 762616007 History of food allergy
DBC 2 spacer Allergologisch probleem

ICD10 Z91.0 Allergie (anamnestisch) uitgezonderd allergie voor geneesmiddelen en biologische substanties: voedselallergie
ICD10 Z91.0 Personal history of allergy, other than to drugs and biological substances: food allergy
SNOMED 414285001 Food allergy
DBC 2 spacer Allergologisch probleem

ICD10 T78.0 Anaphylactische shock veroorzaakt door voeding
ICD10 T78.0 Anaphylactic shock due to adverse food reaction
SNOMED 91941002 Food anaphylaxis
DBC 2 spacer Allergologisch probleem

ICD10 L50.0 Allergische urticaria: urticaria door voedsel allergie
ICD10 L50.0 Allergic urticaria: urticaria due to ingested food
SNOMED 402384009 Allergic urticaria due to ingested food
DBC 23 spacer Urticaria

ICD10 T78.3 Angioneurotisch oedeem: angio-oedeem door ingenomen voeding
ICD10 T78.3 Angioneurotic edema: angio-oedema due to ingested food
SNOMED 241957001 Food-induced angio-oedema-urticaria
DBC 23 spacer Urticaria

ICD10 T78.3 Angioneurotisch oedeem: allergisch angio-oedeem door ingenomen voeding
ICD10 T78.3 Angioneurotic edema: allergic angio-oedema due to ingested food
SNOMED 402388007 Allergic angio-oedema due to ingested food
DBC 23 spacer Urticaria

ICD10 L27.2 Dermatitis door ingenomen voedsel
ICD10 L27.2 Dermatitis due to ingested food
SNOMED 200895000 Ingestion dermatitis caused by food
DBC 2 spacer Allergologisch probleem

ICD10 L23.6 Allergische contactdermatitis door voedsel in contact met huid
ICD10 L23.6 Allergic contact dermatitis due to food in contact with the skin
SNOMED 200847009 Allergic contact dermatitis due to food in contact with the skin
DBC 6 spacer Eczeem contactallergisch

ICD10 L24.6 Irritatief contacteczeem door voedsel in contact met de huid
ICD10 L24.6 Irritant contact dermatitis due to food in contact with skin
SNOMED 200854003 Irritant contact dermatitis due to food in contact with skin
DBC 6 spacer Eczeem contactallergisch

ICD10 T78.1 Overige reacties op voeding, niet elders geclassificeerd
ICD10 T78.1 Other adverse food reactions, not elsewhere classified
SNOMED 370540009 Adverse reaction caused by food
DBC 2 spacer Allergologisch probleem